Asking questions

Asking yes / no questions
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Asking yes / no questions

Slide 1 - Tekstslide

Who are you?
Where were you born?
What is your age?

Slide 2 - Open vraag

Recap: asking open-ended questions


“What, Where, Who, Why, When, Which and How”

Slide 3 - Tekstslide

Asking questions
Vertaal: wie

Slide 4 - Open vraag

Asking questions
Vertaal: wat

Slide 5 - Open vraag

Asking questions
Vertaal: waar

Slide 6 - Open vraag

Asking questions
Vertaal: wanneer

Slide 7 - Open vraag

Asking questions
Vertaal: waarom

Slide 8 - Open vraag

Asking questions
Vertaal: hoe

Slide 9 - Open vraag

Recap: asking yes/no questions

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Give me an example of a yes/no question using the present tense

Slide 12 - Woordweb

Give me an example of a yes/no question using the verb ''to be'' in the present tense

Slide 13 - Woordweb

Asking yes/no questions
Als je een gesloten vraag (ja/nee-vraag) wilt formuleren, dan gebruik je een vorm van do + het hele werkwoord:

Do you think George Chapman was Jack the Ripper? (present)
Does the doctor know what is wrong with Lucy? (present)
Did George and Mary own a bar? (past)

Slide 14 - Tekstslide

Asking yes/no questions

Je kunt ook gesloten vragen stellen met een vorm van to be:

Are the police sure they arrested the right person?
Were the two women friends?




  • To be - present tense
  • am/is/are

  • To be - past tense
  • was/were

  • To be - past participle
  • been 

Slide 15 - Tekstslide