Alva ontbiedt de Nederlandse Edelen naar Brussel om daar opnieuw een eed van de trouw aan de koning af te leggen. Een groot deel van de edelen geeft gehoor aan deze oproep, onder andere Egmont en Hoorne.
Willem van Oranje besluit dat niet te doen en besluit naar zijn ouderlijk huis, de Dillenburg (in Duitsland) te vertrekken.