Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Prefixes + Suffixes
They
both
change
the meaning of the word.
Prefixes
are letters you can place
before
a word.
Suffixes
are letters that go at
the
end
of a word.
Slide 2 - Tekstslide
Prefixes / Voorvoegsels
Komen
voor
het woord
Veranderen de betekenis
van het woord
Slide 3 - Tekstslide
Prefixes / Voorvoegsels
Gebruik je om een tegenovergestelde betekenis te geven.
(
Non
)sense (
Im
)possible (
Un
)used
(
Il
)legal (
In
)compatible (
Ir
)responsible
(
Dis
)appear (
Re
)play (
Mis
)behave
Slide 4 - Tekstslide
Prefixes
non- / un- / im- / il- / in- / ir-
Gebruik je om een tegenovergestelde betekenis te geven.
Unwelcome = niet welkom
Incomplete = niet compleet
Impossible = niet mogelijk
Slide 5 - Tekstslide
Prefixes
The following prefixes all mean ‘not’ or ‘the opposite’:
non
- /
un
- /
im
- /
il
- /
in
- /
ir
- /
dis
-.
sense, used, possible, legal, compatible, responsible, appear
non
sense,
un
used,
im
possible,
il
legal,
in
compatible,
ir
responsible,
dis
appear
Slide 6 - Tekstslide
Suffixes / Achtervoegsels
Komen
achter
het woord
Veranderen de betekenis van het woord
Slide 7 - Tekstslide
Suffixes / Achtervoegsels
Met
-er:
degene die de actie doet: Teach(
er
)
Werkwoord naar zelfstandig naamwoord:
Pay(ment) / Paint(ing)
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord naar zelfstandig naamwoord:
Kind(ness)
Slide 8 - Tekstslide
Suffixes
That actress seems
friendly
. - Those people are known for their friendli
ness
.
This is a really
sad
story. - I saw sad
n
ess
i
n her eyes.
Slide 9 - Tekstslide
a semi detached house
semi =
A
double
B
half
C
single
D
seven fold
Slide 10 - Quizvraag
post apocalyptic
post =
A
after
B
before
C
during
D
writing
Slide 11 - Quizvraag
disbelief
dis =
A
impolite
B
rude
C
tasty
D
not
Slide 12 - Quizvraag
interrupt
inter =
A
inside
B
between
C
not
D
break
Slide 13 - Quizvraag
Complete the sentence with the correct prefix.
I don't trust that boy anymore. He was ...honest about his age.
A
re
B
dis
C
mis
D
im
Slide 14 - Quizvraag
Choose the suffix that changes the verb 'buy' into a person that does the action.
A
-ing
B
-ment
C
-er
Slide 15 - Quizvraag
Change the noun 'respect'. Add the prefix that gives it the opposite meaning.
Slide 16 - Open vraag
Change the verb 'begin' into the product of the action. Choose the correct suffix -ment or -ing.
Slide 17 - Open vraag
Change the adjective 'responsible'. Add the prefix that gives it the opposite meaning.
Slide 18 - Open vraag
Change the verb 'disappoint' into a noun. Choose the correct suffix: -ment or -ness.
Slide 19 - Open vraag
Choose the suffix that changes the verb 'develop' into a person that does the action.
A
-ment
B
-ness
C
-er
Slide 20 - Quizvraag
Weektaak
Do exercises 26, 31, 32, 33, 34 & 36
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
Mei 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 - H5 - Les E grammar deel 1 - Prefixes & Suffixes
April 2022
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammar Prefixes - Suffixes
Maart 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
Maart 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
April 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
prefixes and suffixes
April 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
E: Prefixes and suffixes hk2a 13-3-2024
Maart 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2TL Grammar Prefixes - Suffixes
April 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2