Zoek een tekst in de krant en benoem de volgende onderdelen van de tekst:
- tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm
- publiek (breed, kleiner, klein)
- tekstdelen (geef aan waar elke alinea begint en eindigt)
- inleiding, op welke manier?
- onderwerp en hoofdgedachte
- deelonderwerpen van de alinea's
- zoek 5 verwijswoorden en vertel waar ze naar verwijzen
- slot, op welke manier wordt de tekst afgesloten?