Les 3: 'de brug' werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

• Telefoons in de telefoontas.
• Pak je boeken voor je.

Wat gaan we doen?

- Huishoudelijke mededelingen

- Klassikaal bespreken

- Uitleg

- Zelfstandig werken

- Huiswerk

- Afsluiting

Huishoudelijke mededelingen

• Zorg ervoor dat je voor de les na de wc bent geweest;
• Denk erom dat je je spullen bij je hebt (ook je leesboek);
  
• Je ruimt je boeken pas op als ik dat zeg;

• Steek je hand op als je iets wilt zeggen;
• Niet praten als iemand anders aan het woord is.

Klassikaal bespreken

Werkblad (opdracht 5)

Lesdoelen

• Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
• Je weet hoe je bijvoeglijke naamwoorden op een juiste manier schrijft.

Bijvoeglijk naamwoord

- Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord. 

• De grote deur. -> 'grote' zegt iets over de deur.
• BN: grote

Bijvoeglijk naamwoord

Voltooid deelwoord -> bijvoeglijk naamwoord

Onvoltooid deelwoord -> bijvoeglijk naamwoord

• De verbrande hand (VD -> BN)
• Een lopend vuurtje (OD -> BN)

Let op:

- Je schrijft het bijvoeglijke naamwoord zo kort mogelijk.

• De vergrote kamer (niet: vergrootte)
• Het bekladde behang (niet: beklade)

Aan de slag

Wat: Werkblad en opdracht 4 (blz. 259)

Hoe: Zelfstandig

Hulp: Kom vooraan bij het bureau zitten

Tijd: Tot het einde van de les

Klaar?: Lezen in je leesboek

Lezen

• Tijd: 10 minuten

Lesdoelen

• Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
• Je weet hoe je bijvoeglijke naamwoorden op een juiste manier schrijft.

Huiswerk

- Leren: Theorie 'de brug' (blz. 257 t/m 259)

- Maken: Werkblad en opdracht 4 (blz. (blz. 259)

- Meenemen: Een leesboek