Woorden 1.5 - 1 kgt

Leesboek..
timer
10:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leesboek..
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Woorden 1.5 
B1H

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Is het onderstaande woord een samenstelling?

slaapkamer
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is het onderstaande woord een samenstelling?

voetbaltrainer
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is het onderstaande woord een samenstelling?

geestelijk
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Is het onderstaande woord een samenstelling?

oneerlijk
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Is het onderstaande woord een samenstelling?

tekenboek
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Is het onderstaande woord een samenstelling?

eigenwijs
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'aantonen'?
A
bewijzen
B
aanwijzen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'ambitieus'?
A
hogerop komen, verder komen
B
aandacht op één ding

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'bewust'?
A
uitleggen in stappen
B
gezegd van iets waarvan je wat dat je het doet

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'obstakel'?
A
Hindernis
B
iets dat in de weg zit

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de amateur'?
A
talent hebben voor
B
iets voor je plezier doen en niet voor werk

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'resterend'?
A
Goede of slechte naam
B
overblijvend

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de strategie'?
A
onverschillig
B
tactiek, manier om je doel te bereiken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de wijze'?
A
manier
B
slim iemand

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'vol vuur'?
A
vol enthousiasme
B
erg warm

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'continu'?
A
zonder hulp
B
steeds weer, zonder pauze

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'de periode'?
A
tijdvak
B
hoeveelheid tijd

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent nonchelant

Slide 22 - Open vraag

wat betekent 'het knaagt'

Slide 23 - Open vraag

Ik snap woorden 1.5 goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll