In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
BG2
Periode 3
Slide 1 - Tekstslide
Portfolio opdrachten BG2
Slide 2 - Tekstslide
Ondervoeding
Slide 3 - Tekstslide
Bij ondervoeding heeft iemand een tekort aan energie of voedingsstoffen.
Dat leidt vervolgens tot een lager gewicht en het slechter functioneren van het lichaam.
Dit komt vooral door de afname van de spiermassa en een tekort aan eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen.
Slide 4 - Tekstslide
Oorzaken van ondervoeding
Slide 5 - Woordweb
verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid.
moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering.
psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. Iemand heeft dan geen zin meer in eten. Een gevolg is het overslaan van maaltijden of kleinere porties nemen.
sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.
dementie.
verslaving.
Slide 6 - Tekstslide
Complicaties bij ondervoeding
Slide 7 - Woordweb
Verminderd welzijn van de patiënt,
Apathisch depressief gedrag,
Gewichtsverlies,
Spierafbraak, waardoor inactiever,
verminderde longfunctie en vermindering van de pompkracht van het hart,
Vermindering van de weerstand,
Minder bestand tegen effecten van therapie (radio- en chemotherapie),
Vertraagde wondgenezing,
Verhoogde kans op decubitus,
Atrofie van de darm,
Veranderde darmflora waardoor bacteriële overgroei
Verhoogde kans op postoperatieve complicaties en overlijden,
Langere ligduur
Slide 8 - Tekstslide
Welke verpleegkundige interventies kun je inzetten om ondervoeding te voorkomen of te doorbreken?
Slide 9 - Open vraag
Goed screenen bij binnenkomst,
Zorgvrager wegen 1x per week,
Energie en eiwitrijk eten en drinken aanbieden en meerdere keren per dag, vooral tussendoor.
Observeren of er sprake is van verhoogde verliezen aan voedingsstoffen,
Observeren of er sprake is van verminderde inname van voeding,
Uitzoeken of er sprake is van verhoogde behoefte aan voedingsstoffen (ken je risicogroepen),
Zorg voor goede overdracht naar collega’s,
Tijdig andere disciplines inschakelen zoals arts, voedingsassistent en diëtist,
Evaluatie van ingezette behandeling: werkt het niet, niet lang wachten, maar gelijk terugkoppelen.
Hulp bieden bij eten en drinken,
Aanbieden wat de zorgvrager lekker vindt.
Goed uitleggen wat het belang van voldeden voeding is in relatie tot de ziekte