Botten bewegen
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen botweefsel en kraakbeenweefsel?
Slide 3 - Open vraag
Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
cel
Slide 4 - Quizvraag
Kraakbeen bevat
A
veel lijmstof
weinig kalk
B
veel kalk
weinig lijmstof
C
evenveel kalk als lijmstof
D
geen kalk alleen lijmstof
Slide 5 - Quizvraag
Een wervel bestaat uit een wervellichaam, wervelboog en uitsteeksels
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Een gewricht
A
maakt het altijd mogelijk dat een draaibeweging mogelijk is
B
is hetzelfde als een bot
C
is stevig door een kraakbeenlaagje
D
zorgt ervoor dat botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen
Slide 11 - Quizvraag
Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.
Welk type gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
zadelgewricht
Slide 12 - Quizvraag
Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.
Welk type gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
zadelgewricht
C
eivormig gewricht
D
rolgewricht
Slide 13 - Quizvraag
Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.
Welk type gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
eivormig gewricht
C
rolgewricht
D
zadelgewricht
Slide 14 - Quizvraag
Bij een vergroeide verbinding is er .......... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een beetje
C
Veel
Slide 15 - Quizvraag
Bij welke vorm van bot verbinding is een klein beetje beweging mogelijk?
A
Naad
B
Kraakbeen
C
Gewricht
D
Vergroeid
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke vorm van bot verbinding is een veel beweging mogelijk?
A
Naad
B
Kraakbeen
C
Gewricht
D
Vergroeid
