Taalcompleet B1 - Deel 1 - Thema 2
1 / 14
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Open vraag
2.2
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik ....... de hele dag gefietst.
Wij ...... naar school gelopen.
Hij ...... naar Amsterdam gereden.
Wij ...... naar school gelopen.
Hij ...... naar Amsterdam gereden.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul in de zinnen het juiste hulpwerkwoord in: "hebben" of "zijn". Let op of er een richting in de zin staat.
1. Ik ___ gisteren met mijn vrienden gewandeld.
2. We ___ naar het station gefietst.
3. Hij ___ de hele middag in het park gerend.
4. Zij ___ met de auto naar Frankrijk gereden.
1. Ik ___ gisteren met mijn vrienden gewandeld.
2. We ___ naar het station gefietst.
3. Hij ___ de hele middag in het park gerend.
4. Zij ___ met de auto naar Frankrijk gereden.
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul in de zinnen het juiste hulpwerkwoord in: "hebben" of "zijn". Let op of er een richting in de zin staat.
We ___ de bus in gestapt.
Ik ___ vanochtend naar school gelopen.
Hij ___ de hele dag op het strand gewandeld.
We ___ naar de top van de berg geklommen.
Zij ___ in de regen gefietst.
We ___ de bus in gestapt.
Ik ___ vanochtend naar school gelopen.
Hij ___ de hele dag op het strand gewandeld.
We ___ naar de top van de berg geklommen.
Zij ___ in de regen gefietst.
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
