§1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

§1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 16 van §1.4
6 november repetitie hoofdstuk 1

Slide 2 - Tekstslide


Leg uit waarom de bron een voorbeeld is van de totale oorlog.
Ik zie... . Ik weet... . Dat betekent... .
Vrouwen aan het werk in een autofabriek in 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dit voertuig zal worden ingezet aan het front.

Slide 3 - Open vraag


Noem twee maatregelen uit het Verdrag van Versailles

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kent
- Hoe in Italië het fascisme opkomt
- Hoe het Ottomaanse Rijk uiteenvalt en de nieuwe staat Turkije ontstaat
- Waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voert

Slide 5 - Tekstslide

De weimarrepubliek
In 1918 treedt de Duitse keizer Wilhelm II af
Duitsland wordt vervolgens een parlementaire democratie
In plaats van een keizerrijk is Duitsland nu een republiek
De grondwet wordt getekend in Weimar, vandaar de naam

Slide 6 - Tekstslide

Problemen in de republiek
De Weimarrepubliek kent economische en politieke problemen
Economisch
Duitsland opbouwen en herstelbetalingen doen lukt niet. Het land drukt daarom geld bij, maar dit leidt tot enorme inflatie. Door minder strenge eisen en een lening van de VS kan Duitsland zich weer herstellen.
Politiek
Vele Duitsers zijn woest op de regering voor het tekenen van het Verdrag van Versailles. Daarnaast zijn velen kritisch op het parlement. Mensen vertrouwen de politiek niet meer, mede door de economie.

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje
Inflatie in de Weimarrepubliek

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Italië
Net als in Duitsland is het in Italië chaos na de oorlog
Economisch gaat het slecht en overal zijn opstanden
Bijna niemand gelooft dat democratie dit kan oplossen
Men wilt één sterke leider die de orde kan herstellen

Slide 10 - Tekstslide

Benito Mussolini
Benito Mussolini wil orde scheppen in de chaos
Hij ontwikkelt zijn eigen ideologie; het fascisme
De belangrijkste kenmerken van het fascisme zijn:



In 1922 pakt Mussolini de macht en schaft de democratie af
Nationalisme
Militarisme
Afkeer van democratie
Afkeer van persoonlijke vrijheid
Een samenhangend geheel van ideeën over de manier waarop de samenleving zou moeten worden ingericht

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje
Het fascisme

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Leg uit dat in het fascisme nationalisme en afkeer van persoonlijke vrijheid met elkaar samenhangen.

Slide 14 - Open vraag


Leg uit dat in het fascisme nationalisme en een afkeer van de democratie met elkaar samenhangen.

Slide 15 - Open vraag

Turkije
Het Ottomaanse Rijk behoort tot de verliezers van de oorlog
Dit heeft twee grote gevolgen:
Arabië
Het Arabische deel van het rijk wordt opgedeeld tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. Zij gaan het gebied besturen als mandaatgebieden (een gebied besturen namens een ander).
Turkije
De rest wordt Turkije. In deze republiek krijgt Atatürk de macht. Hij moderniseert het land maar onderdrukt ook mensen van niet-Turkse afkomst.

Slide 16 - Tekstslide

Filmpje
Atatürk

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de slag
Lees "Nederland" op bladzijde 43
Maak opdracht 12 t/m 16 van §1.4

Slide 19 - Tekstslide

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide