Werkwoordspelling les 3

Werkwoordspelling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling PV,  TT en VT
  • Uitleg Voltooid deelwoord, en bijvoegelijk naamwoord.
  • Verder werken aan de opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vervoeg je een werkwoord (TT) met jij/hij/zij/het...
A
Met 'T Exfokschaap
B
Door de stam te zoeken
C
Stam + T
D
Stam + en

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf de VT goed: Toen zij klaar was met de toets,.... zij een paar opdrachten (missen)

Slide 4 - Open vraag

Vul het goede woord in:
Op het schoolfeest werd er flink (dansen)
A
gedanst
B
gedansd
C
gedansdt

Slide 5 - Quizvraag

Vul het goede woord in:
Hij (vinden) chocola erg lekker
A
vindt
B
vind
C
vint

Slide 6 - Quizvraag

Van het (verbranden) huis is niks meer over
A
verbrandde
B
verbrande
C
verbrandte

Slide 7 - Quizvraag

Afgelopen week (melden) ik me ziek
A
Melte
B
Meldte
C
Meldde
D
Melde

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer gebruik je het 'T exkofschip?

Er zijn meerdere antwoorden goed
A
Bij de verleden tijd en voltooid deelwoord
B
Als je in de VT niet hoort of je het met -te of -de moet schrijven
C
Als je het onderwerp zoekt
D
Om de PV te vinden

Slide 9 - Quizvraag

Voltooid deelwoord:
Het voltooid deelwoord heeft een aantal kenmerken:
  • Het geeft aan dat iets voltooid is (het is klaar of voorbij)
  • Het kan niet van tijd veranderen
  • Meestal staat er een hulpwerkwoord bij (hebben, zijn of worden)
  • Veel voltooide deelwoorden beginnen met de voorvoegsels ge-, be-, of ver- 

Voorbeeld: Bram heeft gelachen.  

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bijvoegelijk naamwoord
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Een zelfstandig naamwoord is een woord waar je de, het of een voor kunt zetten.

- Voorbeeld: Het grote huis, Het leuke idee, De gladde stoep enz...

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Opdrachten
oefening 2

KLAAR?
LEZEN

Slide 14 - Tekstslide