Proeftoets 1F/1G CH3, toetsweek

Sleep de karaktereigenschappen naar de goede betekenis
lui
serieus
grappig
enthousiast
vreselijk
aardig
streng
sériuse
sévère
enthousiaste
sympa
terrible
paresseux
marrante
1 / 20
volgende
Slide 1: Sleepvraag
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Sleep de karaktereigenschappen naar de goede betekenis
lui
serieus
grappig
enthousiast
vreselijk
aardig
streng
sériuse
sévère
enthousiaste
sympa
terrible
paresseux
marrante

Slide 1 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combineer de schoolvakken NL/FR met elkaar
l'anglais
le français
le néerlandais
les maths
la géographie
l'histoire
le dessin
la gym
Engels
aardijkskunde
Frans
geschiedenis
Nederlands
gym
tekenen
wiskunde

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

de toets
A
le contrôle
B
l'école
C
la chambre
D
le secret

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

daar / daarginds
A
volé
B
rentrer
C
là-bas
D
bien sûr

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

te / te veel
A
encore
B
surtout
C
sévère
D
trop

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combineer de werkwoorden met elkaar
rigoler
noter
travailler
rentrer
faire
aimer
oublier
maken/doen
houden van
vergeten
thuiskomen
werken
lachen
opschrijven

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 AVOIR
      = hebben
as
a
ont
ai
J'
Tu
il/ elle/ on
ils/ elles

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Avoir
=
  hebben



Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                     avons
                          ont
                             ai
                        avez
                            as
                              a

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het werkwoord een vervoeging van être of avoir??

Sleep de vervoeging  naar het goede werkwoord.
AVOIR
ÊTRE
je suis
tu as
nous sommes
j'ai 
elle a
vous avez
elles
 sont
tu es 
il est
ils ont

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30
Is het avoir of être?
Sleep de vervoegingen naar het juiste werkwoord.
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

être
est
suis
sommes
sont
êtes
es
elle
nous
ils
tu
vous
je

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep het persoonlijk voornaamwoord (in het blauw) op de juiste vorm van de werkwoord être (in het rood)
                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle/on

nous
vous
ils/elles
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

être
=
  zijn



Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
sommes
sont
suis
êtes
es
est

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbe (werkwoord) 'Être'
Ik ben
Jij bent
Hij is
Zij is
Men is/we zijn
Wij zijn
Jullie zijn/U bent
Zij zijn
Tu es
Elle est
il est
Je suis'
Elles/ils sont
Vous êtes
On est
Nous sommes

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je:
Hoe laat is het?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je:
Is zij streng?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je?
Wat is jouw lievelingsvak?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je?
In welke klas zit jij?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je?
Ik zit in de eerste klas.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je klaar voor de toetsweek?
A
Ja, ik ben goed bezig met oefenen.
B
Ja, maar ik moet harder gaan werken.
C
Nee, ik ga hulp vragen bij de docent.
D
Nee, ik houd me niet aan mijn planning.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies