Argumenteren

Standpunten
We onderscheiden 3 soorten standpunten:
Positief standpunt 
De regering heeft de juiste maatregelen genomen. 
Negatief standpunt:
De regering heeft niet de juiste maatregelen genomen. 
Standpunt van twijfel:
Ik weet niet wat ik moet denken van de juiste maatregelen. 




1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Standpunten
We onderscheiden 3 soorten standpunten:
Positief standpunt 
De regering heeft de juiste maatregelen genomen. 
Negatief standpunt:
De regering heeft niet de juiste maatregelen genomen. 
Standpunt van twijfel:
Ik weet niet wat ik moet denken van de juiste maatregelen. 




Slide 1 - Tekstslide

Er komt geen poes in huis!
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 2 - Quizvraag

Ik kan nog niet goed zeggen wat ik van de persconferentie moet vinden.
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 3 - Quizvraag

De vergadering van vanmiddag zal wel weer niet op tijd klaar zijn.
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 4 - Quizvraag

Dat concert van Pink lijkt me echt iets voor jou!
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 5 - Quizvraag

Iedereen vond die macarons van vorige week in Heel Holland Bakt niet te eten!
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 6 - Quizvraag

Redenering
De combinatie van het standpunt en argument (reden) noemen we dus redenering. 
Met het argument wil je de waarheid of juistheid van de stelling bewijzen. 

Slide 7 - Tekstslide

Twee typen argumenten
Waarderende argumenten:
Deze argumenten zijn gebaseerd op een mening.

Feitelijk argumenten:
Deze argumenten zijn controleerbaar.

Slide 8 - Tekstslide

Stelling: Utrecht is een prettige stad om in te wonen. 
Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners
Er wonen in Utrecht veel jonge, gezellige mensen. 
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 9 - Sleepvraag

Stelling: Je kunt beter met het OV naar Rotterdam gaan. 
Het is veel gezelliger om met het OV naar R'dam te komen. 
Dan maken er meer mensen gebruik van het OV. 
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 10 - Sleepvraag

Stelling: Leiden is een prima stad om een excursie voor CKV te organiseren.
In Leiden kan je zeer diverse musea en galeries bezoeken. 
Leiden heeft een gezellige binnenstad.
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 11 - Sleepvraag

Ik wil een nieuwe jas, want de mijne is stuk.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 12 - Quizvraag

De school moet eerder sluiten, want na twee uur heb ik geen zin meer.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 13 - Quizvraag

Het is onverantwoord om met een fatbike te fietsen, maar ik doe altijd erg voorzichtig
A
argument
B
tegenargument

Slide 14 - Quizvraag

Het is onverantwoord om met een fatbike te fietsen, omdat er al veel ongelukken zijn gebeurd met deze fietsen.
A
argument
B
tegenargument

Slide 15 - Quizvraag

Het is onverantwoord om met een fatbike te fietsen, omdat er al veel ongelukken zijn gebeurd met deze fietsen.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 16 - Quizvraag

Het is onverantwoordelijke om met een fatbike te fietsen, want er zijn al veel ongelukken gebeurd met deze fietsen.
Wat is de weerlegging?
A
Er zijn twee ongelukken gebeurd, dat valt wel mee.
B
Laatst nog zag ik een fatbiker onderuit gaan.

Slide 17 - Quizvraag

Argumentatiestructuren

Slide 18 - Tekstslide

Plastische chirurgie moet je niet doen, want dat kan heel vaak mislukken.
Wat is het subargument?
A
Dat is niet waar: volgens onderzoek is 1% van de operaties niet goed gegaan
B
Uit onderzoek blijkt dat veel mensen later complicaties krijgen na een operatie.

Slide 19 - Quizvraag

Het beste is om minimaal 1,5 liter water per dag te drinken. Dan droog je niet zo snel uit.
A
Voor-en nadelen
B
Gezag
C
Nut
D
Feit

Slide 20 - Quizvraag

We kunnen beter een ander restaurant uitzoeken, want ik ben al twee keer ziek geworden van het eten daar.
A
Gezag
B
Feit
C
Onderzoek
D
Normen/Waarden

Slide 21 - Quizvraag

Ook al ben je nog zo’n goede voetballer en verdien ze nog zoveel, belasting betalen behoort iedereen te doen.
A
Geloof
B
Normen/Waarden
C
Feit
D
Vermoedens

Slide 22 - Quizvraag

Ik verwacht niet dat Jeroen Dijsselbloem in de Tweede Kamer blijft. Ik kan me niet voostellen dat dat werk hem nog genoeg uitdaging zal bieden.
A
Feit
B
Geloof
C
Vermoeden
D
Wetenschap

Slide 23 - Quizvraag

Ik zou maar veel lezen want literaire klassiekers en poëzie kunnen je helpen je beter over je situatie na te laten denken. Literatuur heeft zo een therapeutische werking. Dat blijkt uit onderzoek van Wetenschappers van de Universiteit van Liverpool.
A
Feit
B
Gezag
C
Wetenschap
D
Nut

Slide 24 - Quizvraag

Lezen en maken: 
blz. 20 lezen
Maken opdracht 14 blz. 22

Slide 25 - Tekstslide