Paragraaf 5.3 Wat doe jij op de arbeidsmarkt?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mo

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom 3TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Uitleg 5.3
- Zelfstandig aan de slag met 5.3
- Opdrachten 5.2 nakijken


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check 5.2
  • In welke groepen kun je de productie indelen ?
  • Hoe noemen we het wanneer bedrijven werk verdeeld?
  • Wat is een zelfstandige?
  • Wat is het verschil tussen een eenmanszaak en een zzp’er ?
  • Welke 4 ondernemingsvormen zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 5.3
Wat doe jij op de arbeidsmarkt?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je...:
  • Uitleggen wat de arbeidsmarkt en werkgelegenheid is
  • Wanneer je bij de beroepsbevolking hoort
  • Hoe de wet regelt dat iedereen kans heeft om te werken
  • Welk deel van de mensen actief is op de arbeidsmarkt

    Slide 6 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Leerdoel 1
    Arbeidsmarkt

    Slide 7 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 8 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Arbeidsmarkt
    Vraag en aanbod  naar werk

    Slide 9 - Tekstslide


    Alle plekken waar je kunt werken en alle mensen die werk hebben of willen werken, noemen we de arbeidsmarkt. Op de arbeidsmarkt hebben we een vraagkant (de bedrijven vragen naar werknemers) en een aanbodkant (personen bieden hun werk en hun tijd aan).
    Arbeidsmarkt =
    het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid
    De vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
    Dat zijn alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.


    Het aanbod van arbeid komt van de beroepsbevolking.
    Dat is iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werk zoekt.

    Slide 10 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    • Nederland heeft ± 11 miljoen inwoners tussen de 15 en 65 jaar.
    • Ongeveer 9 miljoen van hen horen bij de beroepsbevolking.
    Arbeidsparticipatie (of arbeidsdeelname) =
    het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort

    Slide 11 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Leerdoel 2
    De wet regelt dat iedereen kans heeft om te werken

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Iedereen gelijke kansen?

    • Ouderen en mensen met een migratieachtergrond vinden moeilijker werk.
    • Vrouwen verdienen minder dan mannen met dezelfde functie.
    De Algemene wet gelijke behandeling moet dit voorkomen.

    Deze wet verbiedt onderscheid op basis van:
    • geslacht
    • religie
    • leeftijd
    • afkomst

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Leerdoel 3
    Vaste baan - tijdelijke baan - flexibele baan

    Slide 14 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Flexwerk
    Steeds meer mensen hebben een flexibele baan.
    Zij werken alleen als een bedrijf ze nodig heeft:
    • als uitzendkracht
    • of als oproepkracht

    Als vakkenvuller heb je vaak een flexibele baan

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Check 
    • Wat is de arbeidsmarkt?
    •  Wat is werkgelegenheid ?
    • Wanneer behoor je tot de beroepsbevolking? 
    • Welke wet regelt dat iedereen kans heeft om te werken?
    • Welk deel (leeftijd) van de mensen is actief op de arbeidsmarkt?

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag met 5.3
    ✍🏼 Wat ? 5.3 Maak de opdrachten 2 t/m 14 op blz. 138

    👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
    🗣️ Graag rustig praten



    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag met 5.2&5.3
    ✍🏼 Wat ? 5.2 Maak de opdrachten 2 t/m 13 op blz. 134
    ✍🏼 Wat ? 5.3 Maak de opdrachten 2 t/m 14 op blz. 138

    👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
    🗣️ Graag rustig praten

    ✅ Klaar? Maak de herhalingsopdrachten van 5.2 op blz. 148

    Slide 18 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag met 5.2
    ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten 2 t/m 14 op blz. 138

    👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
    🗣️ Graag rustig praten

    ✅ Klaar? Maak de herhalingsopdrachten van 5.2 op blz. 148

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies