H2D P3 les 6- BZL (23-03-2021)

¡Bienvenidos! 

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programa de hoy
  • Corregir los deberes
  • Repaso (toets)
  • Taaldorp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corregir los deberes
Los demostrativos:
VOC p. 20, ejercicio 29

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los demostrativos
  • Dichtbij (hier, bij mij)
-> aquí 




  • Verder weg (daar,
bij jou) -> ahí



Aanwijzende voornaamwoorden
DEZE, DIT
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
este 
esta
meervoud
estos
estas
DIE, DAT
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
ese
esa
meervoud
esos
esas

Slide 4 - Tekstslide

Demostrativos dus in drie groepen op te delen; afhankelijk van de afstand, hoe ver/dichtbij. 

Voorbeelden: 
- Dichtbij, bij mij -> esta chica está sentada en una silla 
- Iets verder weg, bij jou -> ese libro está sobre la mesa 
- Nog verder weg, van beiden -> aquel árbol es muy grande
Formatieve toets
Na de toetsweek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formatieve toets
Grammatica
vraagwoorden nr. 18
bijv nmw + kleuren nr. 10ab + 12
aanw voornaamwoord nr. 9
grote getallen actief t/m 100, passief alles (TB p.97)
hay ser estar nr. 29 + 30
werkwoorden ser tener llamarse + regelm ww presente nr. 25, 26, 28, 35,
(oefeningen staan in vocab., evt toevoegen aan het huiswerk)

Vocabulario
5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5
Frases clave, vocabulario boekje

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

20 seconde voor elke vraag

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El profesor (tener)_______ muchos hijos.
A
Tenemos
B
Tienes
C
Tiene
D
Tengo

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yo (tener) _______ muchos videojuegos.
A
tiene
B
tienes
C
tienen
D
tengo

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moritz y yo _________ (tener) 14 años.
A
tenemos
B
tienes
C
tienemos
D
tiene

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Mi amigo Paco ____ (viajar) mucho a Francia y allí ____ (comer) mucho chocolate.

A
viaja / come
B
viajo / como
C
viajamos / come
D
viaja / comes

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor type regelmatige werkwoorden kennen wij in het Spaans?
A
UR-AR-OR
B
AR- ER
C
AR-ER-IR
D
ER-IR

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Yo ___ (caminar) por la mañana y ___ (correr) por la noche.
A
camino / corre
B
camina / corra
C
caminamos / corras
D
camino / corro

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is geen "verbo reflexivo"?
A
Ducharse
B
Llamarse
C
Levantarse
D
Comer

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Él _________ (llamarse) Juan López.
A
se llama
B
me llamo
C
llama
D
llamarse

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

llamarse, nosotros
A
nos llamamos
B
os llamáis
C
se llaman
D
te llamas

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan werkwoorden vervoegen in het Spaans
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet het bijvoeglijke naamwoord in de juiste vorm:

Mi proferosa tiene un coche ____ (naranja).
timer
0:20

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord:

Mi armario es...
A
rojo
B
roje
C
rojas
D
rojos

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord:
Mis padres son bastante ...
A
viejos
B
simpáticas
C
amable
D
bueno

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord:

Mi cama es ...
A
blanco
B
blanca
C
blancas
D
blanque

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vier kleuren veranderen niet?
A
lila, naranja, rosa, azul
B
naranja, rosa, lila, amarillo
C
rosa, lila, naranja, violeta
D
violeta, lila, rosa, verde

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken de regels van het bijvoeglijknaamwoord
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord ontbreekt in de vraag "Hoe oud ben je"?

¿ ____ años tienes?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord ontbreekt in de vraag "Hoe heet je"?

¿ ____ te llamas?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord ontbreekt in de vraag "Waar woon je?

¿ ____ vives?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het antwoord naar de juiste vertaling! (5P)
wanneer
waarom
wat
wie (enkelvoud)
welke (meervoud)
wie (meervoud)
welke (enkelvoud)
¿Quién?
¿Qué?
¿Por qué?
¿Cuándo?
¿Cuál?
¿Cuáles?
¿Quiénes? 

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken de vraagwoorden
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, Ser o Estar?
"En el camping ___________ tiendas".
A
están
B
son
C
hay
D
estar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser, estar?

¡Hola!, Yo ___________________ Pablo.

A
eres
B
hay
C
estoy
D
soy

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser, estar?

El despacho de animación _______________ cerca de la recepción.
A
es
B
está

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser, estar?

¿ _________________ el amigo de Juan?
A
hay
B
estás
C
eres

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser, estar? :
En el bosque no ______________ casas.

A
estar
B
son
C
hay

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser of estar?
Mi padre ....... en la cocina.
A
hay
B
está
C
es

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken hay, ser en estar.
Ik kan ze vervoegen.
A
B
C
D

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanwijzend voornaamwoord:
Verweg --> perros
A
Estos
B
Esos
C
Este
D
Estes

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanwijzend voornaamwoord:
Dichtbij --> ensalada
A
ese
B
esas
C
esta
D
esto

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Preguntas 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Los deberes
Conversaciones taaldorp moeten af zijn en inleveren op Googleclassroom --> 1,2,4,5

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies