WW 6 - herhaling H2

Havo 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Het verschil uitleggen tussen AOW en bedrijfspensioen.
  • De i/a-ratio berekenen.
  • Uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a-ratio heeft voor de belastingen en premies en voor de hoogte van de uitkeringen.
  • Uitleggen dat de nadelige gevolgen van een hogere i/a-ratio opgevangen kunnen worden door een stijging van de arbeidsproductiviteit en/ of een verhoging van de arbeidsparticipatie.
  • Uitleggen door welke maatregelen de participatiegraad kan toenemen.
  • Redenen noemen hoe de arbeidsproductiviteit kan stijgen en deze redenen toelichten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Huiswerkcheck
  • Nakijken met nakijkboek
Huiswerk:
B: 2.7 t/m 2.9
I: 2.7 t/m 2.9
P: 2.8 + 2.9

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie & begeleid oefenen
De lesstof van H2 herhalen door interactieve vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.
hogere arbeidsproductiviteit
hogere welvaart
De arbeidsproductiviteit is laag. Thomas, een
collega van Edwin, zegt dat een hogere
arbeidsproductiviteit leidt tot een hogere welvaart.
Hieronder staan de tussenstappen in de redenering
2.
3.
4.
5.
lagere verkoopprijs
lagere arbeidskosten per product
stijging van de koopkracht

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer neemt de participatiegraad toe? (meerdere antwoorden goed)
A
Wanneer mensen meer deeltijd kunnen werken
B
Wanneer de pensioenleeftijd wordt verhoogd
C
Wanneer jongeren langer door studeren
D
Wanneer de pensioenleeftijd omlaag gaat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee voorbeelden van personen die in de niet-actieven groep behoren:

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de i/a-ratio op basis van de volgende gegevens:
(gebruik geen %)

Slide 8 - Open vraag

Actieven = 6 miljoen - 500.000 = 5.5 miljoen
inactieven = 3 miljoen

3/5.5 x 100 = 54.5
Wat gebeurt er met de i/a-ratio (stijgen, dalen of gelijk blijven) in de volgende situatie. Verklaar het antwoord.

1. de uitkeringen worden verlaagd.
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven

Slide 9 - Quizvraag

Lagere uitkeringen zorgen ervoor dat mensen eerder een baan gaan zoeken.
Wat gebeurt er met de i/a-ratio (stijgen, dalen of gelijk blijven) in de volgende situatie. Verklaar het antwoord.

2. de leerplicht wordt verhoogd naar 21 jaar.
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven

Slide 10 - Quizvraag

Het aantal schoolverlaters daalt, dus het aantal actieven daalt.
Zelfstandig werken
Huiswerk:
Basis en intensief: 2.13 t/m 2.16
Plus en compact: 2.13 + 2.16
Volgende les SO H1+2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
  • Het verschil uitleggen tussen AOW en bedrijfspensioen.
  • De i/a-ratio berekenen.
  • Uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a-ratio heeft voor de belastingen en premies en voor de hoogte van de uitkeringen.
  • Uitleggen dat de nadelige gevolgen van een hogere i/a-ratio opgevangen kunnen worden door een stijging van de arbeidsproductiviteit en/ of een verhoging van de arbeidsparticipatie.
  • Uitleggen door welke maatregelen de participatiegraad kan toenemen.
  • Redenen noemen hoe de arbeidsproductiviteit kan stijgen en deze redenen toelichten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies