In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
24. De Gouden Eeuw
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt:
- Uitleggen dat de Republiek in politiek opzicht bijzonder is.
- Uitleggen hoe de economische bloei zorgde voor een culturele bloei in de Republiek.
- Voorbeelden geven van de economische en culturele bloei.
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerkend Aspect
De bijzondere plaats en de bloei van de Nederlandse Republiek
Politiek
Economisch & Cultureel
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
01:29
Hoeveel gewesten had de Republiek?
A
7
B
11
C
13
D
17
Slide 5 - Quizvraag
01:30
Het bestuur van ieder gewest ...
A
Provinciaal Bestuur
B
Gewestelijk Bestuur
C
Gewestelijke Staten
D
Staten Generaal
Slide 6 - Quizvraag
01:40
Welk gewest had de meeste macht in de Republiek? Waarom?
Slide 7 - Open vraag
02:27
Zuid-Limburg behoorde ook tot de generaliteitslanden! En dus was Noord-Brabant helemaal niet het mooiste generaliteitsland ...
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 8 - Quizvraag
02:28
Wat is GEEN taak van de Staten-Generaal?
A
Beslissen over oorlogsvoering
B
Beslissen over belastingen in een gewest
C
Buitenlandse politiek
D
Bestuur generaliteitslanden
Slide 9 - Quizvraag
02:28
De Staten-Generaal ...
A
was het bestuur van een gewest
B
was het bestuur van alle 7 gewesten samen
Slide 10 - Quizvraag
06:51
Over welke 3 onderwerpen besliste de Staten-Generaal?
Slide 11 - Open vraag
07:58
Verklaar waarom we kunnen spreken van een bijzondere plaats van de Republiek in de 17e eeuw op economisch-staatkundig-cultureel gebied!
Slide 12 - Open vraag
02:28
Wat zijn generaliteitslanden?
Slide 13 - Open vraag
03:31
De Republiek kende een decentraal bestuur. Leg dit uit!
Slide 14 - Open vraag
04:08
Welke stad was het rijkst in de 17e eeuw?
A
Londen
B
New York
C
Maastricht
D
Amsterdam
Slide 15 - Quizvraag
06:37
De Republiek kende geen vrijheid van godsdienst, maar wel gewetensvrijheid!
A
JUIST, diverse geloven waren toegestaan
B
ONJUIST, alleen het calvinisme was toegestaan
Slide 16 - Quizvraag
06:37
De Republiek kende godsdienstvrijheid!
A
JUIST, alle religies hadden dezelfde rechten
B
ONJUIST, het calvinisme was de dominante godsdienst
Slide 17 - Quizvraag
03:31
De stadhouder in de Republiek was altijd een afstammeling van Willem van Oranje?
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 18 - Quizvraag
03:31
Wat zijn de 2 taken van de stadhouder in de Republiek?
A
legeraanvoerder
B
secretaris van de Staten-Generaal
C
toezicht rechtspraak
D
contacten met het buitenland
Slide 19 - Quizvraag
03:31
Wat zijn de 2 taken van de Raadspensionaris?
A
aanvoerder van het leger van de Republiek
B
secretaris van de Staten-Generaal
C
onderhield contacten met het buitenland
D
toezicht op rechtspraak
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Hoe werden de Nederlanden bestuurd na 1581
A
De Nederlanden hadden een stadhouder die alle zaken regelde
B
De Nederlanden waren onderdanen van de Spaanse Koning
C
De Nederlanden waren een republiek , dus een land zonder koning
D
De Staten Generaal voerde de bevelen van Willem van Oranje uit
Slide 22 - Quizvraag
Het Kenmerkend Aspect die bij de Gouden Eeuw hoort ontleden
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Slide 23 - Tekstslide
KA ontleden: wat betekent 'staatkundig opzicht' en geef een Gouden Eeuw voorbeeld dat past
Slide 24 - Open vraag
KA ontleden: wat betekent 'economische bloei' en geef een Gouden Eeuw voorbeeld dat past
Slide 25 - Open vraag
KA ontleden: wat betekent 'culturele bloei' en geef een Gouden Eeuw voorbeeld dat past
Slide 26 - Open vraag
Extra opdrachten
Leg met kenmerken van de Republiek uit waarom deze zo bijzonder is?
Noem twee opzichten waarin de Republiek verschilt met een koninkrijk zoals Frankrijk in die tijd.
Leg uit waardoor de Republiek zo welvarend werd.
Hoe kwam het dat wetenschappers, schrijvers, kritische denkers naar de Republiek kwamen?
Leg uit waarom de schilderijen in de Republiek zo bijzonder zijn.
Slide 27 - Tekstslide
Antwoorden
De Republiek had een decentraal bestuur, waaar de macht in handen lag van de regenten.
De Republiek had geen koning en er was nauwelijks een standenmaatschappij.
Handel (VOC en WIC), Nijverheid, Gespecialiseerde landbouw.
Door gewetensvrijheid en tolerantie kon men in de Republiek zo goed als vrij kritiek op de standenmaatschappij, godsdienst en koningen publiceren. In andere landen kon dat niet.
In de Republiek konden mensen met geld een portret van zichzelf laten maken, terwijl in andere landen kunstenaars alleen opdracht kregen van de Koning, Adel en Geestelijkheid.
Slide 28 - Tekstslide
Gouden Eeuw was de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw
Slide 29 - Quizvraag
De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat (kruis het foute antwoord aan!)
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreef
D
Er tolerantie was
Slide 30 - Quizvraag
Wie lieten zich schilderen in de Gouden Eeuw in de Republiek?
A
Alleen koning, adel en geestelijken
B
Alle burgers
C
Iedereen
D
Mensen met genoeg geld
Slide 31 - Quizvraag
Combineer de juiste letters met de juiste getallen. Sleep de letters naar de juiste getallen.