In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 3: de bloedsomloop
Slide 1 - Tekstslide
Welke cellen zorgen ervoor dat je een allergie hebt?
A
Witte bloedcellen
B
Bacteriën
C
Virussen
Slide 2 - Quizvraag
De politie ruikt alcohol in iemands adem. Beschijf de route die de alcohol heeft afgelegd
Slide 3 - Open vraag
BS 7 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 4 - Tekstslide
Doel BS 7
* Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.
Slide 5 - Tekstslide
Begrippen BS 7
Weefselvloeistof
Lymfevaten
Lymfe
Lymfevatenstelsel
Lymfeknopen
Slide 6 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Bloed stroomt door je bloedvaten en vervoert stoffen naar alle delen van het lichaam. Een deel van het vocht uit bloed komt buiten de bloedvaten terecht. Daar noem je het weefselvloeistof.
Slide 7 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Als bloed bij de haarvaten komt wordt een deel van de bloedplasma de haarvaten uitgeperst (door de bloeddruk!).
Hier zitten voedingsstoffen en zuurstof in opgelost.
Slide 8 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Weefselvloeistof zit op alle cellen van een weefsel heen.
Stoffen die cellen nodig hebben kunnen ze uit de weefselvloeistof halen (zuurstof, voedingsstoffen) en stoffen die ze niet nodig hebben stoppen ze in de weefselvloeistof (afvalstoffen, CO2).
Slide 9 - Tekstslide
Weefselvloeistof
De haarvaten nemen ook weer een groot deel van de weefselvloeistof op wanneer ze de organen uit gaan maar niet alles.
Als dit niet op een andere manier weg gehaald zou worden zouden de organen steeds meer vloeistof bevatten.
Slide 10 - Tekstslide
Oedeem
Slide 11 - Tekstslide
Lymfevaten
Weefsel bevatten ook lymfevaten die vloeistof kunnen afvoeren.
Die lymfevaten maken deel uit van een lymfevaten stelsel (vergelijkbaar met bloedvatenstelsel).
Vanaf het moment dat de vloeistof in een lymfevat zit heet het lymfe.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat is
nummer 7
Slide 14 - Tekstslide
Wat is nummer 7
A
Bloedplasma
B
Weefselvloeistof
C
Lymfe
D
Water
Slide 15 - Quizvraag
Wat is
nummer 9
Slide 16 - Tekstslide
Wat is nummer 9
A
Een bloedvat
B
Een lymfevat
Slide 17 - Quizvraag
Wat is
nummer 11
Slide 18 - Tekstslide
Wat is nummer 11
A
Een voedseldeeltje
B
Een weefselcel
C
Een afvalstof
D
Een witte bloedcel
Slide 19 - Quizvraag
Lymfevaten
Lymfevaten bevatten net als aders kleppen om er voor te zorgen dat de lymfe de goede kant op stroomt.
Slide 20 - Tekstslide
Lymfevatenstelsel
In het lymfevatenstelsel komt alle lymfe uiteindelijk terecht in de borstbuis en de rechterlymfestam.
Van daaruit stroomt de lymfe via de sleutelbeenaderen weer het bloed in richting van de bovenste holle ader.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Lymfeknopen/ lymfeklieren
Verspreid over het lichaam liggen in het lymfevatenstelsel ook lymfeknopen.
In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van o.a. ziekteverwekkers.
Slide 23 - Tekstslide
Doel BS 7
* Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.