4.5 4.6 Goed verzekerd

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 5 (5min)
  • Behandelen paragraaf 6 (15 min)
  • zelfstandig werken (25 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Bij een laag eigen risico betaal je meer premie dan bij een hoog eigen risico.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een eigen risico?
A
Een gebeurtenis waarvan je niet zeker weet of hij gaat plaatsvinden
B
Het deel van de schade dat je zelf moet betalen.
C
Het risico dat je neemt als je op vakantie gaat naar een onveilig land.
D
Met een eigen risico betaal je minder premie

Slide 4 - Quizvraag

paragraaf 4.6 Goed verzekerd
- welke vezekeringen kennen we?

Slide 5 - Tekstslide

§4.6 Goed verzekerd
Opdracht: Zoek voor de volgende verzekeringen op wat je verzekerd.
  • autoverzekering.
  • inboedelverzekering.
  • opstalverzekering.
  • aansprakelijkheidsverzekering.
  • zorgverzekering
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Opstalverzekering
  • Opstalverzekering = voor schade aan het huis bij brand, storm en diefstal
  • herbouwwaarde
  • Alleen bij een koophuis!!
  • Premie is een promillage van verzekerd bedrag
  • Krijgt nooit meer uitgekeerd dan verzekerde waarde

Slide 7 - Tekstslide

Inboedelverzekering
  • Inboedelverzekering = voor schade aan de spullen in je huis bij brand, wateroverlast en diefstal
  • Nieuwwaarde
  • Bij koophuis en huurhuis!!
  • Premie is een promillage van verzekerd bedrag
  • Krijgt nooit meer uitgekeerd dan verzekerde waarde

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

verzekeringskosten berekenen
Premie = € 110. Poliskosten = € 9,50. Assurantiebelasting = 21%. 





  • Bereken de verzekeringskosten 

Slide 10 - Tekstslide

§4.6 Goed verzekerd
De onderverzekeringsbreuk is: (verzekerd bedrag : getaxeerde waarde) x schade = schadevergoeding
Een verzekeraar vergoedt nooit meer dan de getaxeerde waarde.


Voorbeeld
Het verzekerde bedrag is € 40.000; de getaxeerde waarde is € 50.000 en de schade is € 10.000.
De verzekeraar keert uit:
(€ 40.000 : € 50.000) x € 10.000 = € 8.000

Slide 11 - Tekstslide

Schadevergoeding berekenen:






Let op: bovenstaande formule geldt alleen bij onderverzekering.

Slide 12 - Tekstslide

Onderverzekering: 
                       verzekerde waarde < werkelijke waarde

Oververzekering:
                       verzekerde waarde > werkelijke waarde

Juiste verzekering:
                       verzekerde waarde = werkelijke waarde

Slide 13 - Tekstslide

Aansprakelijkheidsverzekering



  • Vergoedt schade aan mensen = lichamelijke schade
  • + Vergoedt schade aan spullen = materiële schade
  • Bij opzet GEEN vergoeding!!!
  • Geen vergoeding schade aan eigen spullen
  • Geen vergoeding bij nalatigheid

Slide 14 - Tekstslide

WA-verzekering
  • Auto, scooter, brommer
  • Schade aan lichaam van anderen
  • Schade aan spullen van anderen
  • Is verplicht als je motorvoertuig hebt

Slide 15 - Tekstslide

Premie auto afhankelijk van:
  • type auto ( het vermogen en gewicht)
  • het aantal gereden kilometers
  • de regio waar de bestuurder woont
  • leeftijd bestuurder onder de 24 jaar is
  • de waarde van het voertuig
  • het aantal schadevrije jaren ( bonus-malussyteem)
  • eventueel meeverzekeren van eigen voertuig. ( all risk-of cascoverzekering)

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 4 paragraaf 6

  • Lees de theorie op bladzijde 135
  • Maak de opdrachten 1 t/m 9

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide