T5P5: Geschiedenis van het leven op aarde

Geschiedenis van het leven op aarde
Op je tafel:
Laptop
Schrift
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis van het leven op aarde
Op je tafel:
Laptop
Schrift

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
1. Korte terugblik
2. Geschiedenis van het leven op aarde
3. Opdracht
4. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte terugblik
1. Wanneer is er sprake van een nieuwe soort?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Er is sprake van een nieuwe soort wanneer verschillende vormen van een soort niet meer onderling kunnen voortplanten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2:
Hoe groot is de overlevingskans van de soort hiernaast?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2:
Een grote overlevingskans. Als het milieu verandert, is de kans groter dat een van de genotypen goed is aangepast aan de verandering in het milieu.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3:
Het zinkviooltje (zie foto) kan in gebieden leven waar veel zink in de bodem zit. Leg uit waarom kruisbestuiving met andere planten gevaarlijk is voor het zinkviooltje.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3:
Door kruisbestuiving vindt geslachtelijke voortplanting plaats met viooltjes met andere eigenschappen. Hierdoor ontstaat meer variatie in de genotypen van de zinkviooltjes. Veel van de planten die zo ontstaan, missen de allelen die het mogelijk maken te leven in een omgeving met zinkvervuiling.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan.
2. Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen, of afdrukken van organismen in gesteenten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fossielen
Fossielen ontstaan als de resten van organismen worden bedekt door sedimenten (lagen van zand- of kleideeltjes).
Als dit snel gebeurt, krijgen bacteriën en schimmels niet de tijd om de resten helemaal af te breken. 

Slide 11 - Tekstslide

Waarom vinden we vaak alleen afdrukken of het skelet?
Gesteentelagen
Nieuwe sedimenten worden boven op oudere lagen afgezet. Meestal liggen de jongste gesteentelagen het dichtst aan de oppervlakte. 
Oudere gesteentelagen liggen dieper in de aardkorst.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdperken
De geschiedenis van het leven op aarde wordt verdeeld in tijdperken, die verder worden onderverdeeld in perioden. Dit wordt afgebeeld in een geologische tijdschaal

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieren op het land

De eerste landdieren waren voornamelijk geleedpotigen (vooral duizendpoten). Zij werden al snel gevolgd door gewervelden, de amfibieën en de reptielen.

Hierna kwamen de dinosauriërs, vogels en zoogdieren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering
De sauriërs stierven 65 miljoen jaar geleden in korte tijd uit. De oorzaak hiervan was waarschijnlijk een klimaatverandering.

De sauriërs hebben deze klimaatverandering niet overleefd, de zoogdieren en vogels wel. Toen de zwarte wolken verdwenen, konden de zoogdieren en vogels goed tot ontwikkeling komen.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom konden juist zoogdieren en vogels goed ontwikkelen?
Verwantschap van soorten
Tijdens de ontwikkeling van het leven op aarde zijn allerlei soorten organismen ontstaan. Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwantschap van soorten
Hoe meer het DNA van soorten overeenkomt, hoe meer deze soorten aan elkaar verwant zijn.

Hoe meer het DNA, het fenotype en de eiwitten overeenkomen, hoe korter geleden die gemeenschappelijke voorouder leefde.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zijn deze verschillen ontstaan?

Slide 21 - Tekstslide

Hoe zijn deze verschillen ontstaan?
Rudimentaire organen
Door aanpassingen kunnen organen een deel van hun functie verliezen en niet of nauwelijks tot ontwikkeling komen. Soms zijn nog resten van deze organen terug te vinden in de bouw van een organisme. Je noemt dat rudimentaire organen of rudimenten.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Voorin het lokaal vind je de schedels van verschillende vogels die elk een nummer hebben.
Beantwoord de vragen op het werkblad. Dit mag je samen doen, maar blijf op je plek zitten. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze opdracht? Leg uit.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je iets geleerd van de opdracht?
Ja
Nee

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tips of tops voor deze opdracht?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak alle opdrachten van thema 5, paragraaf 5 Geschiedenis van het leven op aarde.
Maak een begrippenlijst!

Klaar? Oefen op biologiepagina.nl

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies