Doler en lichaamsdelen (25-1)

¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
  • ¿Qué hemos hecho?

  • El objetivo

  • ¡A trabajar!

  • Fin de la clase








  • Instrucción (10)
  • Quiz (5)
  • Doler (15)
  • Evaluación (5) 

Slide 2 - Tekstslide

¿Preguntas sobre deberes?
* Controlar ejercicio 5.5 (pág. 32, LE)
¿Qué hemos hecho?

Slide 3 - Woordweb

El objetivo
Ik kan zeggen hoe ik mezelf voel en waar ik van houd.

Para hoy..

10) De werkwoorden GUSTAR, ENCANTAR en DOLER gebruiken.

13) De woordenschat van de lichaamsdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik Quizlet: Lichaamsdelen
la rodilla
la mano
los pies
el dedo
el pecho
el brazo
la cabeza
la espalda
la pierna
el cuello
la tripa

Slide 5 - Sleepvraag

Instrucción
Klik hier
Acuerdo

* Me duele/n = A mí, también.

* No me duele/n = A mí, tampoco.

Desacuerdo

* Me duele = A mí, no.

* No me duelen = A mí, sí.

doler= pijn hebben (duelen)

* (A mí) me duelen los pies.

* (A María) le duelen las piernas.



doler= pijn hebben (duele)

* (A vosotros) os duele la tripa.

* (A ella) le duele el cuello.

* (A nosotros) nos duele la mano.


Slide 6 - Tekstslide

Maak de juiste keuze:

* (A mí) me...………... la rodilla.


A
dolo
B
duele
C
duelo
D
duelen

Slide 7 - Quizvraag

Maak de juiste keuze:

(A nosotros) nos……………...las piernas.


A
duelen
B
duele
C
duelemos
D
dolemos

Slide 8 - Quizvraag

Maak de juiste keuze:

(A ellos).........................duele el cuello.


A
me
B
le
C
les
D
nos

Slide 9 - Quizvraag

Maak de juiste keuze:

(A Nélida).........................duelen los pies.


A
me
B
le
C
les
D
nos

Slide 10 - Quizvraag

¡A trabajar!
  • ¿Qué? Ej. 4, 5 y 6 (pág. 87, LA)


  • ¿Cómo? En grupos


  • ¿Listo? 5.11, 5.12, 5.13 (pág. 35, LE)
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

* A: Wat was je leerdoel?

* B: Hoe gaat dit leerdoel?

* C: Wat heb je geleerd

Evaluación

Slide 12 - Woordweb

Fin de la clase...



  • ¿Preguntas?


  • Wat ging goed?


  • Wat kan er verbeteren?









    Volgende les?

    Leerdoel?

    Ik kan zeggen hoe ik mezelf voel en waar ik van houd.

    Voorbereiden?

    * Afmaken: 5.12, 5.13 (LE)

    * Huiswerk: 5.8, 5.9 (LE)

    Slide 13 - Tekstslide

    ¿Qué tal la clase?

    Slide 14 - Tekstslide