In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H2.8 Spelling
Wat gaan we doen deze les?
Terugblik naar PV in TT
Nieuwe theorie PV in VT
De bijbehorende opdrachten maken
Slide 1 - Tekstslide
Lesson Up
We gaan de theorie van de PV in de TT herhalen en daar de theorie van de PV in VT toevoegen.
Tijdens het oefenen heb je alleen Lesson Up voor je en ben je met niks anders bezig!
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 3 - Woordweb
PV in de TT
Bij het schrijven van de persoonsvorm in de TT heb je drie mogelijkheden.
STAM
STAM+T
HELE WERKWOORD
Slide 4 - Tekstslide
Hoe maak je de stam van het werkwoord?
Slide 5 - Open vraag
Drie mogelijkheden
Stam Ik fiets iedere dag naar school
Stam+t Jij fietst iedere dag naar school
Hele werkwoorden Wij fietsen iedere dag naar school
Slide 6 - Tekstslide
Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin: 'Wij gaan dit weekend verhuizen!'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD
Slide 7 - Quizvraag
Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin: 'Ik heb dat jou toch gezegd?'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD
Slide 8 - Quizvraag
Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin: 'Heb jij je laptop bij je?'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD
Slide 9 - Quizvraag
Welke mogelijkheid is toegepast in de volgende zin: 'Mooi, je hebt je laptop bij je!'
A
STAM
B
STAM+T
C
HELE WERKWOORD
Slide 10 - Quizvraag
Aan het einde van deze les
.... heb je geleerd hoe je de persoonsvorm in de verleden tijdvervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.
TT: Hij vangt de bal tijdens een potje trefballen.
VT: Hij ving de bal tijdens een potje trefballen
Vangen --> Vingen
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf het werkwoord in de VT: '.... (gaan) jij gisteren naar de McDonalds?'
Slide 14 - Open vraag
Schrijf het werkwoord in de VT: 'Ik .... (zwemmen) een wereldrecord op de 50meter!'
Slide 15 - Open vraag
Schrijf het werkwoord in de VT: 'Gisteren .... (ontvangen) ik mijn nieuwe bed.'
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden in de VT
Voorbeeld: Judith .... (maken) alle opdrachten in de les.
Stappenplan:
Maak van maken de stam --> mak
Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Ja, dus +te of +ten
Vul in de zin de ik-vorm in--> maak
Kijk wie het werkwoord uitvoert. Enkelvoud of meervoud? --> Enkelvoud, dus +te
Judith maakte alle opdrachten in de les.
Slide 18 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden in de VT
Voorbeeld: Gisteren .... (raden) Mees en Mo alle hints die de docent gaf.
Stappenplan:
Maak van raden de stam --> rad
Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Nee, dus +de of +den
Vul in de zin de ik-vorm in--> raad
Kijk wie het werkwoord uitvoert. Enkelvoud of meervoud? --> Meervoud, dus +den
Gisteren raadden Mees en Mo alle hints die de docent gaf.
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf het werkwoord in de VT op. 'Het weer .... (klaren) gelukkig snel op.'
Slide 20 - Open vraag
Schrijf het werkwoord in de VT op. 'Een week geleden .... (typen) de leerlingen een heel verhaal.'
Slide 21 - Open vraag
Aan de slag
H2.8 Spelling Opdracht 1, 2, 4 t/m 7
Dit is huiswerk voor de les van dinsdag 22/02.
Klaar? Meld het me!
timer
10:00
Slide 22 - Tekstslide
Klaar? Oefenen met de PV VT
Maak de opdrachten via je iPad. De onderstrepingen zijn linkjes, waar je op kunt klikken. (lukt het niet om erop te klikken? Kopieer de linkjes dan en plak ze in je internetbalk.)