Unidad 5

Voor de toets
Unidad 4 en 5 pag. 53 y 65
Woordenschat die op classroom is.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Voor de toets
Unidad 4 en 5 pag. 53 y 65
Woordenschat die op classroom is.

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hemos visto?
Unidad 3 ( So gemaakt)
Unidad 4 : Gerundio (aan het doen) Om dingen of om een gunst te vragen   een excuus of verklaring geven.

Slide 2 - Tekstslide

Unidad 5
Pretérico Perfecto (PP)
Ya/todavia no+ PP
Plannen voor de Nabije Toekomst (ir+a+ ww)
Tijdsaanduidingen  voor PP en Indefinido (unidad 2 als je niet meer weet)

Slide 3 - Tekstslide

¿cómo lo vamos hacer?
Martes : Voltooid deelwoord
Jueves: Plannen voor de nabije toekomst
Viernes: Unidad 5 afmaken
Martes 17 de enero: Repaso

Slide 4 - Tekstslide

Wat is ook alweer de Préterito Perfecto?
A
Toekomst
B
Voltooid deelwoord
C
Verleden tijd
D
Tegenwoordige tijd

Slide 5 - Quizvraag

Het hulpwerkwoord bij de pretérito perfecto is:
A
Tener
B
Querer
C
Haber
D
Saber

Slide 6 - Quizvraag

Presente (Pretérito) Perfecto

Slide 7 - Tekstslide

Pretérito perfecto 

Slide 8 - Tekstslide

PRETÉRITO PERFECTO:
EN ESTE PERIODO

Slide 9 - Tekstslide

¿Cuándo se usa el pretérito perfecto?
Ultimamente
Ya, nunca. alguna vez
Todavia/no

Slide 10 - Tekstslide

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
últimamente
D
las vacaciones pasadas

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
de repente
B
un día
C
en verano
D
ya

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 14 - Quizvraag

Pretérito perfecto:
Juan y María.......... ................ este verano en Ibiza. (casarse)

Slide 15 - Open vraag

Wat is geen signaalwoord van de pretérito perfecto
A
esta semana
B
ayer
C
hoy
D
este mes

Slide 16 - Quizvraag

CONJUGA AL PRETÉRITO PERFECTO:
ROMPER (TÚ)

Slide 17 - Open vraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van comer, yo
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 18 - Quizvraag

CONJUGA AL PRETÉRITO PERFECTO:
LEVANTARSE (NOSOTROS)

Slide 19 - Open vraag

Pretérito perfecto:
Hoy Juan...... ...............en casa de su tía. (comer)

Slide 20 - Open vraag

Pretérito perfecto:
yo (escribir)

Slide 21 - Open vraag

CONJUGA AL PRETÉRITO PERFECTO:
PONER (USTED)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video


Ik kan werkwoorden in Pretérito Perfecto (voltooid tegenwoordige tijd) vervoegen.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 24 - Poll

Ir + a + infinitivo
Yo
voy
vas
Él/ Ella/ Usted
va
Nosotros/-as
vamos
Vosotros/-as
vais
Ellos/ Ellas/ Ustedes
van
+ A
+ infinitivo

Slide 25 - Tekstslide

ir + a + heel werkwoord
(optioneel)
ir
a + heel ww
yo
voy
a bailar
vas
a reír
él/ella/usted
va
a soñar
nosotros/nosotras
vamos
a escuchar
vosostros/vosotras
vais
a gozar
ellos/ellas/ustedes
van
a cantar

Slide 26 - Tekstslide

“Ir + a + infinitief”.

Slide 27 - Tekstslide

IR      A      HELE WERKWOORD
+
+

Slide 28 - Tekstslide

¿ Ir + a+ ........= futuro?

A
vervoeg werkwoord
B
heel werkwoord
C
werkwoord gustar
D
voltooid deelwoord

Slide 29 - Quizvraag

El Futuro y el Perfecto
Repasamos estos dos tiempos.

Slide 30 - Tekstslide