Stappenplan lezen en andere zaken (eind schooljaar lj. 2)

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen.
Zorg dat je telefoon uit is en dat hij in je tas zit.
Wacht rustig tot de les begint.

Buurt schrikt wakker van plofkraak geldautomaat bij pizzeria: flinke schade na explosie en plofkraak bij een geldautomaat van ATM bij Pizzeria Rossetti op het Plein in Tiel heeft voor flinke schade gezorgd.

Redactie 4 jun. 2024 

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen.
Zorg dat je telefoon uit is en dat hij in je tas zit.
Wacht rustig tot de les begint.

Buurt schrikt wakker van plofkraak geldautomaat bij pizzeria: flinke schade na explosie en plofkraak bij een geldautomaat van ATM bij Pizzeria Rossetti op het Plein in Tiel heeft voor flinke schade gezorgd.

Redactie 4 jun. 2024 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw aanpak tijdens een toets leesvaardigheid?
A
Ik lees de tekst niet en begin meteen met de vragen.
B
Ik lees vluchtig de vragen en lees de tekst daarna grondig.
C
Ik lees de tekst eerst uitgebreid woorden Ik lees de tekst meteen grondig en maak daarna de vragen.
D
Ik lees de tekst oriënterend en start dan met de vragen.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan lezen
Stap 1: oriënterend lezen = titel, tussenkopjes, afbeelding
Wat is het onderwerp? Wat weet ik hier al van?
Stap 2: globaal lezen = indeling in inleiding, kern, slot. Eerste en laatste zin van elke alinea lezen
Stap 3: precies lezen = hele tekst lezen. Wat zijn de deelonderwerpen van elke alinea? Wat is het tekstdoel en de tekstsoort? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst lezen en vragen maken
1. Wat is het doel?
2. Wat is de bron?
3. Wat is het onderwerp van de tekst?
Precies lezen:
4. Per alinea de kernzin onderstrepen.
5. Per alinea de signaalwoorden onderstrepen.
6. Per alinea de moeilijke woorden onderstrepen.
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Als ik de afbeeldingen bekijk, de titel, tussenkopjes, ik lees de eerste alinea en bepaal het onderwerp. Dan lees ik...
A
ondersteboven
B
precies
C
Globaal
D
oriënterend

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik de tekst eens per alinea ga bekijken. Ik lees de eerste en laatste zin van elke alinea. Dan lees ik...

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik het onderwerp wil beschrijven dan stel ik de vraag: W...

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet het onderwerp. Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd? Dat noemen we dan de...

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Succescriteria
Ik ken de 3 fasen vh plan.
Ik kan mezelf oppeppen.
Ik lees actief, met stift en zet de stappen van het plan.
Ik kan de hoofdgedachte herkennen en/of vinden.
Ik stop regelmatig tijdens het lezen om te denken.
Ik kan de hoofdgedachte bedenken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opbouw van de tekst 

titel

inleiding

alinea

bron

plaatje

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan lezen
Stap 1: oriënterend lezen = titel, tussenkopjes, afbeelding
Wat is het onderwerp? Wat weet ik hier al van?
Stap 2: globaal lezen = indeling in inleiding, kern, slot. Eerste en laatste zin van elke alinea lezen
Stap 3: precies lezen = hele tekst lezen. Wat zijn de deelonderwerpen van elke alinea? Wat is het tekstdoel en de tekstsoort? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands





onbekende woorden - tekstdoelen en tekstsoorten - inleiding, middenstuk, slot - stappenplan lezen en leesstrategieën 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstdoelen ken je al? Bij welke tekst horen ze?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte en kernzin
  • Een hoofdgedachte gaat meestal om een hele tekst
  • Maar een alinea heeft ook een 'soort hoofdgedachte',  deze noemen we de kernzin
  • De kernzin is meestal de 1e, 2e of laatste zin van een alinea

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?

Slide 18 - Open vraag

Van zwemmen in natuurwater kunt u ziek worden.
Overzicht van een aantal verbanden en hun signaalwoorden 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
opsomming                                                      ook, en, bovendien              tegenstelling                                                   maar, echter, toch    
reden                                                                   want, omdat, daarom        
voorbeeld                                                          bijvoorbeeld, zoals
conclusie                                                           dus, daarom, hieruit volgt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden (uitleg) 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
voorbeeld                                                           zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument                                             want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt                                     dus, kortom, dan ook


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Deze signaalwoorden:

Verband
Signaalwoorden
opsomming
ten eerste, ook, bovendien, verder
tegenstelling
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
voorbeeld
bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals,

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Omdat' is een signaalwoord van...

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de laatste zin van de alinea staat een signaalwoord.
Schrijf het signaalwoord op.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onbekende woorden
Synoniem zoeken - woord met ongeveer dezelfde betekenis
Omschrijving zoeken - uitleg van een onbekend woord
Voorbeeld zoeken - staat vaak tussen haakjes of komma's

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen
De schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst --> hij heeft een tekstdoel.
Er zijn verschillende tekstdoelen:
  • Informeren = informatie geven
  • Instrueren = instructie geven/ uitleggen
  • Overtuigen = mening geven
  • Activeren  = zorgen dat je iets doet
  • Amuseren = leuk

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activeren
Tekstdoel:
Bij reclame/advertenties/flyers is het tekstdoel activeren.

De opmaak helpt de schrijver om zijn doel te bereiken.

De schrijver wil dat jij in ACTIE komt/ dat je iets gaat doen. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw tekst

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.
Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel: informeren.
Tekstdoel: Overtuigen.
Tekstdoel: Activeren.
reclameteksten
verkiezingsteksten
nieuwsbericht
recensie van een boek
columns

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstopbouw
Inleiding = eerste stuk/ onderwerp (grappig verhaal, voorbeeld)
Middenstuk = meeste informatie, verdeeld over alinea's (alinea herkennen: witregel, inspringen of nieuwe regel)
Slot = laatste stuk/ herhalen van de belangrijkste informatie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tekstdoel?
timer
0:30

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Instrueren

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
activeren
D
instrueren

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
kern/ middenstuk
Slot

nieuwsgierig maken

een aantal alinea’s met verbanden
een samenvatting van de tekst
Een opsomming

een advies geven
de opbouw van de tekst geven

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw aanpak tijdens een toets leesvaardigheid?
A
Ik lees de tekst niet en begin meteen met de vragen.
B
Ik lees vluchtig de vragen en lees de tekst daarna grondig.
C
Ik lees de tekst eerst uitgebreid woorden Ik lees de tekst meteen grondig en maak daarna de vragen.
D
Ik lees de tekst oriënterend en start dan met de vragen.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5w+h-vragen
Wie
waren er betrokken?
Wat
is er gebeurd?
Waar
is het gebeurd?
Wanneer
gebeurde het?
Waarom
gebeurde het?
Hoe
gebeurde het?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies