Observeren

Herhaling-Observeren
Herhaling + Anamnese gesprekken voeren. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling-Observeren
Herhaling + Anamnese gesprekken voeren. 

Slide 1 - Tekstslide

Observeren
  • Observeren begint met waarnemen, Opnemen en verwerken van prikkels
  • Doelgericht systematisch Interpreteren en registeren van gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Wat bedoelen we met Doelgericht waarnemen?

Slide 3 - Tekstslide

Doelgericht waarnemen
Neemt waar,
Conclusie (interpreteren),
Registeren.


Slide 4 - Tekstslide

Objectief/Subjectief
Objectief: Je houdt je bij de feiten.

Observeer met meerdere mensen;
Vraag aan een cliënt of je observatie klopt;
Vraag aan anderen of je observatie klopt;
Vergelijk je observatie met zaken die de cliënt zegt;
Observeer meerdere malen

Slide 5 - Tekstslide

Subjectief
Je bekijkt de gegevens vanuit een persoonlijke voorkeur. Het gaat om de conclusie die jij aan het gedrag verbindt. Jouw interpretatie kan verschillen met die van een ander.

Slide 6 - Tekstslide

Beïnvloedende factoren?
welke factoren kunnen jouw observatie beïnvloeden?

Slide 7 - Tekstslide

Beïnvloedende factoren
  • Jouw referentiekader, Waarden en normen;
  • Interne factoren, factoren in jezelf. heb je bijvoorbeeld slecht geslapen of net ruzie gehad voordat je begon met observeren.
  • Externe factoren;
  • voorkeuren clienten;
  • Vooroordelen

Slide 8 - Tekstslide

Welke observatiemethoden kennen jullie nog?

Slide 9 - Tekstslide

Participerende observatie- observator neemt zelf deel aan de handeling die de cliënt uitvoert, Je doet mee aan een activiteit en observeert tegelijkertijd.
 

Niet- participerende observatie- Je bent toeschouwer en observeert vanaf een afstand.

Ongestructureerde observatie- Observeer je aan de hand van de vraagstelling over het gedrag van de cliënt. Maakt geen gebruik van schema's en of lijstjes.

Slide 10 - Tekstslide

Gestructureerde observatie- Observeer je aan de hand van vooraf gestelde vraag en of schema's.

Continu observeren - observeren in perioden van 5 a 15 minuten achter elkaar, soms een hele ochtend/dag.

Slide 11 - Tekstslide

Anamnese gesprekken voeren
Jullie gaan in groepen van 3 studenten het anamnese gesprek oefenen. 

1 student is de cliënt
1 student de observator
1 student de verzorgende

Slide 12 - Tekstslide