Werk en solliciteren deel 2

• LOB
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Vacatures

Je kunt een baan vinden door op zoek te gaan naar vacatures. Een vacature is een advertentie voor een beschikbare baan. Op de website van een restaurant kan bijvoorbeeld een vacature staan voor een serveerster.

Je kunt op verschillende manieren op zoek gaan naar vacatures. Je kunt bijvoorbeeld op internet zoeken naar vacatures of je kunt bij een uitzendbureau langsgaan.

Ook kun je tegen mensen die je kent, zeggen dat je op zoek bent naar werk.

Voorbeeld

KENNÉN JULLIE NOG

EEN BEPRIJF DAT

EEN ZORGHULP ZOEKT

Je kunt op verschillende manieren op zoek gaan naar vacatures.

Welke vacature sprak jou het meest aan?

1. Warenhuis Belle's
2. Deviantbank
3. Schokland BV
4. Hondenuitlaat service Woofwalkers

Waarom heb je deze vacature gekozen?

Aan welke eisen moet je voldoen om deze baan te krijgen?

Denk je dat je kans zou maken op deze baan?

Solliciteren

Als je een vacature hebt gevonden die jou aanspreekt, kun je solliciteren. Solliciteren betekent datje een bepaalde baan probeert te krijgen.

Als je solliciteert, moet je vaak je cv opsturen. In je cv zet je wat voor opleiding je hebt gedaan en wat voor werkervaring je hebt.

Als je solliciteert voor een baan, kan het bedrijf jou uitnodigen voor een gesprek. Dit gesprek noem je een sollicitatiegesprek. Tijdens het sollicitatiegesprek kijkt het bedrijf of jij geschikt bent voor de baan. Ook kun jij kijken of de baan jou leuk lijkt.

Wat moet je wel en niet doen bij een sollicitatiegesprek?

Weldoen

Het gesprek voorbereiden

Nette kleren dragen

Je cv meenemen

Een hand geven (covid 19 niet)

De ander aankijken

Niet doen

Te laat komen

Onderuitgezakt zitten

Mompelen

Je telefoon checken

Kauwgum eten

Wat wordt met je loon bedoeld?

1. De afspraken tussen jou en je werkgever.
2. Je werktijden bij het bedrijf waar je werkt.
3. Het geld dat je verdient met werken.
4. Het geld dat je ten minste moet verdienen.

Welke zin is juist?

1. Het minimumloon is het loon dat jouw werkgever jou ten minste moet betalen.
2. Het minimumloon is de belasting die van je loon wordt afgetrokken.
3. Het minimumloon is het loon dat een werkgever verdient.
4. Het minimumloon is het loon dat je krijgt als je gaat stage lopen.

Pieter-Bas zet een handtekening op het papier waarin staat dat hij 40 uur per week gaat werken.

Hoe noem je dit papier?

1. Het minimumloon.
2. De afspraken.
3. Het contract.
4. Het loonstrookje.

Wat zie je op deze afbeelding?

1. Een vacature.
2. Een contract.
3. Een loonstrookje.
4. Een cv

Welke zin past bij deze afbeelding?

1. Alle werknemers krijgen hetzelfde loon.
2. De hoogte van het minimumloon hangt af van je leeftijd.
3. in je contract staat hoeveel geld je verdient.
4. Hoe ouder je bent, hoe minder loon je krijgt.

Waarover gaat deze uitspraak?

1. Over regels die in een bedrijf gelden.
2. Over regels over gezond en veilig werken.
3. Over de rechten van een werknemer.
4. Over het recht om geholpen te worden door een vakbond.

Wessel werkt in een supermarkt en mag elke dag een half uur pauze houden.
Waar is dit een voorbeeld van?

1. Een manier om op te komen voor je rechten.
2. Een regel waaraan een werknemer zich moeten houden.
3. Een werknemer die lid is van een vakbond.
4. Een recht van een werknemer.

00:30

Op welke manier heeft Pim gesolliciteerd

1. Hij heeft gereageerd op een vacature.
2. Hij is door het uitzendbureau gestuurd.
3. Hij is via een vriend in contact gekomen met baas Ferdinand.
4. Hij is de set binnengewandeld en heeft gevraagd of ze nog mensen zochten.

01:27

Pim wil werknemer worden op de set van ‘Leven en Laten Leven’.

Wat is een werknemer?

1. Iemand die zich niet aan de regels houdt binnen een bedrijf.
2. Iemand die solliciteert voor een baan.
3. Iemand die de baas is op de set.
4. Iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt.

02:42

Over welk onderdeel van solliciteren gaat deze aflevering?

1. Een brief schrijven.
2. Een contract krijgen.
3. Een cv maken.
4. Een sollicitatiegesprek voeren.

03:32

03:56

Er werken veel mensen bij het bedrijf dat de serie ’Leven en Laten Leven’ maakt.

Hoe noem je een bedrijf waarvoor iemand werkt?

1. Een sollicitant.
2. Een vacature
3. Een werknemer.
4. Een werkgever.

03:32

Ferdinand stelt tijdens het gesprek vragen aan Pim.

Waarover gaan de vragen van Ferdinand?

1. Het loon dat Pim wil verdienen.
2. Het bedrijf waarvoor Pim heeft gewerkt.
3. Welk merk videocamera Pim het beste vindt.
4. De reden waarom Pim bij de soap wilt werken.

Welke zin past bij deze afbeelding?

1. Het kan lastig zijn om als werknemer op te komen voor je rechten.
2. Als werknemer heb je verschillende rechten.
3. De vakbond komt op voor de rechten van werknemers.
4. Als werknemer heb je verschillende plichten.

Maak de zin af.
In veel bedrijven…

1. …gelden regels over hoe je je moet gedragen.
2. …kun je zelf kiezen of je je aan de regels houdt.
3. …gelden alleen regels voor de werkgever.
4. …bepalen de werknemers welke regels er gelden.

Waarover gaat deze tekst?

1. Een vakbond heeft ervoor gezorgd dat werknemers meer loon krijgen.
2. Een vakbond komt op voor de rechten van werkgevers.
3. Een vakbond heeft zich niet aan de regels gehouden.
4. Een vakbond mag niet meer opkomen voor de rechten van werknemers.

contract

sollicitatiegesprek

werkgever

stage lopen

Welk woord moet op de lege plaats staan?
 

Jaap ondertekende een ________ toen hij in een sportwinkel ging werken.

Welk woord moet op de lege plaats staan?  

Het bedrijf nodigde Faysal uit voor een ________.

De ________ vindt het belangrijk dat het personeel met plezier naar het werk gaat.

Jolien ging tijdens haar kappersopleiding ________ bij een kapsalon.

Welk woord moet op de lege plaats staan?

Tegenwoordig ________ mensen vaak per e-mail.

1. solliciteren
2. sollicitatiegesprek
3. werknemers
4. loonstrookjes

Een ________ kan ervoor zorgen dat werknemers meer loon krijgen.

1. cv
2. vakbond
3. sollicitatiegesprek
4. vacature

Vandaag begon er een nieuwe ________ in onze slagerij.

1. vakbond
2. vacature
3. werknemer
4. cv

Van mijn eerste ________ heb ik een nieuwe laptop gekocht.

1. contract
2. stage
3. minimumloon
4. loon

Linda is niet tevreden over haar salaris, want ze krijgt minder dan het ________.

1. minimumloon
2. contract
3. sollicitatiegesprek
4. cv

Hassan reageert op een ________ voor automonteur.

1. vakbond
2. vacature
3. sollicitatiegesprek
4. cv