4.6.1 A Nationalisme in Europa

Nationalisme en imperialisme. 
De tijd van burgers en stoommachines.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nationalisme en imperialisme. 
De tijd van burgers en stoommachines.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Europese kaart er na de Napoleontische tijd uit zag. 
  •  Je kunt de vijf grote mogendheden benoemen. 

  • Je kent voorbeelden van veelvolkerenstaten en binnenlandse problemen. 

  • Je kent het begrip nationalisme en kunt voorbeelden noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht: ZS

  • Zoek een Europese kaart van Europa in 19e eeuw (na Napoleontische tijd)
  • Schrijf de vijf grote mogendheden op
  • Noteer minstens 2 veelvolkerenstaten.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke vijf grootmachten herken je?

Slide 6 - Open vraag

Veelvolkerenstaten
( Er woonden meerdere verschillende volken in 1 land)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de problemen van deze veelvolkerenstaten?
1.  Er leefden veel verschillende volkeren in 1 land. 
                        (verschillende talen,culturele gewoontes etc.) 
 2. Veel volkeren voelden zich achtergesteld door de machthebbers.
               (In Oostenrijk-Hongarije bijv. door de Oostenrijkers). 
          Achtergestelde volkeren streefden naar een eigen staat, waar hun eigen volk de baas was.                (een natiestaat)

Slide 10 - Tekstslide

19e eeuw:nationalisme groeit
In Europa groeide het nationalisme.Je voelde een sterke liefde voor je eigen volk en je de cultuur en geschiedenis van jouw volk.

Slide 11 - Tekstslide

Wat kan het nationalisme versterken?

Slide 12 - Woordweb

Wat is/zijn voordelen van het nationalisme?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een nadeel aan nationalisme?

Slide 14 - Open vraag

1830: Belgische Opstand. 
De Belgen voelden zich niet verbonden met Nederland en scheidden zich af. 

Slide 15 - Tekstslide

Duitsland in 19e bestond uit allerlei verschillende koninkrijkjes en vorstendommen

Slide 16 - Tekstslide

Pruisen was het grootste en machtigste Duitse koninkrijk.





Otto von Bismarck was de belangrijkste minister van Pruisen. 

Slide 17 - Tekstslide

In de verschillende Duitse staten kregen liberalen steeds meer invloed.

Ze waren tegen de macht en de koning/adel. 
En
Ze waren voor Duitse eenwording (nationalisme)


Slide 18 - Tekstslide

Bismarck wilde dit ook. Maar niet door liberale invloed,maar door oorlog. 

Slide 19 - Tekstslide

In Frankrijk regeerde keizer Napoleon III. 

Hij wilde een net zo'n  groot Frankrijk als de grote Napoleon Bonaparte.




Een oorlog met Pruisen zou uitstekend uitkomen!

Slide 20 - Tekstslide

1870-1871: Frans-Duitse oorlog
Nationalisme groeit. Duitse staten werken samen olv Pruisen. 

Het was een bloedige oorlog. Dankzij industralisatie zijn wapens dodelijker. 



Slide 21 - Tekstslide

Duitsland viert overwinnig door eenheid uit te roepen.

Duitse keizerrijk

Slide 22 - Tekstslide

Een groot Duitsland zorgt voor nieuwe spanningen. 

Frankrijk wil wraak en op de Balkan blijft nationalistische onrust.

In 20ste eeuw breekt daardoor de gruwelijke Eerste Wereldoorlog uit.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video