2tl hfd 5 Trappen van vergelijking (zelfst.)

Trappen van vergelijking
Nieuw Nederlands 6e editie
2 Tl
H5. Trappen van vergelijking / Taalverzorging 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking
Nieuw Nederlands 6e editie
2 Tl
H5. Trappen van vergelijking / Taalverzorging 

Slide 1 - Tekstslide

korte
 herhaling: 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de trappen van vergelijking op van: leuk

Slide 6 - Open vraag

Vandaag ben ik even slim
als/dan hem/ hij.
A
als hem
B
als hij
C
dan hem
D
dan hij

Slide 7 - Quizvraag

Mijn broer is .... ik.
A
groter als
B
kleiner dan
C
intelligentst
D
het dikst

Slide 8 - Quizvraag

Mijn zusjes zijn .... ik.
A
even oud
B
net zo oud
C
even oud als
D
net zo oud als

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet je invullen?

Ik ben twee keer sneller 1) ________ zij.
Ik ben twee keer zo snel 2) _________ zij.
A
1) dan 2) dan
B
1) dan 2) als
C
1) als 2) dan
D
1) als 2) als

Slide 12 - Quizvraag

Madrid is niet zo ver ..... Lissabon, denk ik.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

stellende 
   trap
vergrotende 
trap
overtreffende 
trap
aardig
lekker
aardigst
saaier
lekkerder
liever
lekkerst
graag
meest 
fantastisch
liefst
saai
engst
vreemder
vreemd

Slide 14 - Sleepvraag

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Shirley beweert dat Apeldoorn niet half zo groot is ..... Amsterdam.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quizvraag

Die cake smaakt morgen net zo goed ..... vandaag.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quizvraag

Robbert kan veel harder lopen ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 18 - Quizvraag

In de eerste ronde was Eric bijna net zo snel ..... Peter.
A
als
B
dan

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoelen

Je kunt de trappen van vergelijking correct gebruiken.

Je kunt de trappen van vergelijking correct gebruiken in combinatie met als en dan.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Zie op het bord...

Slide 21 - Tekstslide