Wat te doen om het doel (fase 3 Methodische cyclus) te behalen
W: Wie W: Wat W: Waar W: Wanneer W: Waarmee H: Hoe
- Wie gaat het uitvoeren, met wie ga je bezig?
- Wat ga je doen? Welke activiteit?
- Waar vindt de activiteit plaats?
- Wanneer, op welk(e) moment(en)?
- Welke materialen heb je hiervoor nodig?
- Hoe pak je dit aan? Hoe start je?
Slide 6 - Tekstslide
Plan van aanpak;
Casus; "Jij bent maatje van een jongere van 16 jaar oud. Je gaat samen met hem/ haar een activiteit ondernemen. Het doel van het maatjes zijn is om hem/ haar met meer leeftijdspassende activiteiten in aanraking te laten komen."
Zelfstandig
Bedenk een passende activiteit die je samen gaat doen
Maak een Plan van aanpak voor deze activiteit
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
Plan van aanpak;
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarmee
Hoe
Slide 8 - Tekstslide
Oefening :
"Roger rookt per dag 8 jonko's. Hij kan niet zonder. Zelf wilt hij er graag aan werken om maximaal 2 jonko's per dag te roken. Hij wilt dit bereiken in minimaal 7 maanden en wilt er vol voor gaan. Verder heeft Roger geen aanverwante problematieken. Roger wilt het doel thuis behalen."
- Beschrijf stap 3 van de Methodische cyclus
- Beschrijf stap 4 van de Methodische cyclus
Slide 9 - Tekstslide
Thuiswerkopdracht;
Ga naar ;
Bronnen -> Methodisch handelen -> Maken -> Opdracht 2