Interview en Vraagsoorten

Interview en vraagsoorten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Interview en vraagsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les
  • Je weet wat een interview is.
  • Je weet wat open en gesloten vragen zijn.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen.
  • Je kunt een interview voorbereiden.
  • Je kunt uitleggen wat 'doorvragen' betekent.
  • Je kunt een interview afnemen en uitwerken.
  • Tweetallen vormen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over het interview?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interview?
  • Een interview kan op beeld (televisie) zijn, of geschreven. 
  • Het doel is: iets te weten komen van de geïnterviewde.
  • Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen.

Slide 4 - Tekstslide

In het landelijke nieuws komen bijvoorbeeld vaak interviews voor met belangrijke personen uit de politiek of de film- en muziekwereld.
In het regionale nieuws  zou je bijvoorbeeld een interview met de trainer van een grote voetbalploeg tegen kunnen komen en in het lokale nieuws  een interview  met de burgemeester.
Hyperlokaal kun je denken aan een interview met de directeur van jullie school.
Berlangrijk bij interview
  • Verdiep je in de persoon die je interviewt, m.a.w. doe onderzoek.
  • Bereid je vragen voor 
  • Zorg dat de geïnterviewde op z'n gemak is
  • Neem een open - objectieve - houding aan.
  • Stel open  vragen. 
  • Vraag door!!!
Je kunt daar in het interview van afwijken.
Wees NIET bevooroordeeld.
Jullie weten toch wat open vragen zijn?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging mis bij dit interview?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vragen ken je?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 9 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht

a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen stelt Humberto Tan?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Bent u blij met uw baan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Vervolgvraag (doorvragen): is een reactie op een ander antwoord.

"Wat bedoelt u daarmee?"

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LSD

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteren
Samenvatten
Doorvragen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Controlevraag: een gesloten vraag die je gebruikt om te controleren of je iemand goed hebt begrepen. 

"Begrijp ik het goed dat echt iedereen op die vergadering tegen het voorstel was?"
Samenvatting

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Suggestieve vraag: het antwoord zit al in de vraag


"U ben nu al drie keer overvallen. U heeft zeker geen vertrouwen meer in de politie? "

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Impertinente vraag: onbeschaamde brutale vraag. 

"Klopt het dat uw vrouw bij u weg wilt?"

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Wedervraag: stel je als antwoord op een andere gestelde vraag. 

"En waarom wilt u dat van mij weten?"

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Reflectieve vraag: is bedoeld om iemand over zijn eigen situatie of rol te laten nadenken.

"Wat denkt u dat er van u als minister verwacht wordt?"

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Meerkeuzevraag: meerdere gegeven antwoorden waaruit een keuze gemaakt kan worden

"Hoe tevreden bent u over onze diensten?
  1. zeer tevreden
  2. tevreden
  3. ontevreden"   

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zij meerkeuzevragen open of gesloten vragen?
A
Open vragen
B
gesloten vragen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Een voorbeeld van hoe het niet moet:

Heel veel vragen, veel daarvan ook gesloten, in een keer stellen.
Wat gaat er mis bij deze vragen?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Durf af te wijken.
  • Luister en vraag door waar nodig.
  • Voor je weggaat: vraag na of je de naam van de geïnterviewde goed hebt gespeld.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak gebruik van je dictafoon op je telefoon om het gesprek op te nemen.
  • Sla het gesprek op. Volgende les gaan we het gesprek uitwerken in een interviewverslag.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: wat vind jij van het koninklijk huis?
  • Je gaat elkaar interviewen over het koninklijk huis. 
  • Bereid je vragen voor, doe onderzoek. (5 minuten)
  • Je moet het gesprek minimaal 5 laten duren.
  • Let op LSD (dus doorvragen).
  • Wissel van rol.
  • Neem het gesprek op met de dictafoon op je telefoon

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?
(da's een open vraag)

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies