6V Beco Res. 6.2

6.4.1
Begrote CK per product?
A
4.000.000 / 200.000
B
4.000.000 / 180.000
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.4.1
Begrote CK per product?
A
4.000.000 / 200.000
B
4.000.000 / 180.000

Slide 1 - Quizvraag

6.4.2
grondstof
A
900.000 / 180.000
B
900.000 / 200.000
C
900.000 / 180.000 x 10
D
900.000 / 200.000 x 10

Slide 2 - Quizvraag

6.4.5
A
180.000 x 123,50
B
200.000 x 123,50
C
180.000 x ( 123,50 - 95 )
D
200.000 x ( 123,50 - 95 )

Slide 3 - Quizvraag

6.5.1
Bezettingsresultaat

A
( 180.000 - 200.000 ) x 20
B
( 180.000 - 200.000 ) x 95
C
( 200.000 - 180.000 ) x 20
D
( 200.000 - 180.000 ) x 95

Slide 4 - Quizvraag

Kostprijsberekening gebaseerd op:
- hoeveelheid grondstoffen per product
- prijs grondstoffen per product
- hoeveelheid arbeidsuren per product
- prijs arbeidsuren per product
- constante kosten
Deze kunnen in de werkelijkheid allemaal anders uitpakken

Slide 5 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Volgens standaardnormen zou het bedrijf kwijt zijn aan grondstofkosten:
18.000 x 3 x 8 = 432.000

Werkelijkheid maar 418.000, dus meevaller van 14.000.
Maar komt dit door efficienter werken of lagere prijzen?
--> efficiencyresultaten en prijsresultaten

Slide 6 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Toegestane standaardhoeveelheid grondstof:
18.000 x 3 = 54.000 kg

Werkelijkheid 55.000 kg, dus meer gebruikt dan toegestaan
--> nadelig efficiencyresultaat
sp x ( SH - WH ) =
8 x ( 54.000 - 55.000 ) = - € 8.000

Slide 7 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Toegestane standaardprijs = 8
Werkelijke prijs = 418.000 / 55.000 = 7,60
Dus lagere prijs dan toegestaan --> positief prijsresultaat

WH x ( sp - wp ) =
55.000 x ( 8 - 7,60 ) = + € 22.000,-

Slide 8 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Efficiencyverschil - 8.000
Prijsverschil + 22.000

Totale verschil + 14.000

v

Slide 9 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Volgens standaardnormen zou het bedrijf kwijt zijn aan arbeidsuren:
18.000 x 1/6 x 45 = 135.000

Werkelijkheid maar 133.400, dus meevaller van 1.600.
Maar komt dit door efficienter werken of lagere prijzen?
--> efficiencyresultaten en prijsresultaten

Slide 10 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Toegestane standaardhoeveelheid arbeidsuren:
18.000 x 1/6 = 3.000 uren

Werkelijkheid 2.900 uren, dus minder gebruikt dan toegestaan
--> voordelig efficiencyresultaat
sp x ( SH - WH ) =
45 x ( 3.000 - 2.900 ) = + € 4.500

Slide 11 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Toegestane standaardprijs = 45
Werkelijke prijs = 133.400 / 2.900 = 46
Dus hogere prijs dan toegestaan --> negatief prijsresultaat

WH x ( sp - wp ) =
2.900 x ( 45 - 46 ) = - € 2.900,-

Slide 12 - Tekstslide

6.10 en 6.12
Efficiencyverschil + 4.500
Prijsverschil - 2.900

Totale verschil + 1.600

v

Slide 13 - Tekstslide

Hw. 6.15

Slide 14 - Tekstslide