H2 woordenschat - metafoor en personificatie (3)

Welkom!
10 min. lezen in stilte
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
10 min. lezen in stilte
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Mededeling
Binnen=beginnen
Als je het lokaal binnenkomt, heb je je telefoon opgeborgen.

Toets: 17 november

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Spreekwoord
  • Waar of niet waar?
  • Lesdoelen
  • Metafoor en personificatie
  • Aan de slag
  • Lesdoelen bespreken 

Slide 3 - Tekstslide

Spreekwoord
Dat is een monnikenwerk.

Slide 4 - Tekstslide

Spreekwoord
Dat is een monnikenwerk.
Dat is een lastig en tijdrovend karwei.

Slide 5 - Tekstslide

Waar of niet waar?
1. Van veraf is die rots net een olifant. In deze zin is rots het object (o) en olifant het beeld (b).
2. Doordat is een signaalwoord van een redengevend verband.
3. Zo bang als een hoentje is een kloppende vergelijking.
4. Zo nijdig als een spin is een kloppende vergelijking. 

Slide 6 - Tekstslide

Zo nijdig als een spin
‘Het is bekend, dat de groote vrouwelijke spin, na de paring, somtijds het kleine mannetje doodt en opeet’

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil in betekenis tussen de onderstreepte woorden bij a en b? Overleg met je buur. Schrijf daarna het antwoord op in je schrift.
a. In de lente staan de koetjes en kalfjes heerlijk in de wei te grazen.
b. Ik vind het heerlijk om met Marieke over koetjes en kalfjes te praten.
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Metafoor - vorm van beeldspraak
  • Bij een metafoor vallen beeld en object samen. Je vervangt dan het object helemaal door het beeld: Zullen we die olifant eens beklimmen?

  • Metaforen komen vaak voor als spreekwoord.
Een toepasselijk voorbeeld in deze tijd:
Als het kalf verdronken is, dempt men de put. - Pas nadat er iets fout is gegaan, neemt men maatregelen.

Slide 10 - Tekstslide

Personificatie - vorm van beeldspraak
  • Bij een personificatie geef je een voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) menselijke eigenschappen.
- De zon doet zijn best tevoorschijn te komen.
- De toekomst lacht me tegemoet. 



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Beeldspraak

Slide 13 - Woordweb

Beeldspraak
Welke soorten beeldspraak ken je nu?

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Keuze uit: - Opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 54 - 57) (huiswerk)
of
- Verder werken aan je griezelverhaal.
Hoe? Eerst 5 min. in stilte, daarna eventueel zachtjes overleggen
Tijd: 10 min. 

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.


Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. 
Is dit een metafoor, vergelijking of personificatie?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video