3D voeding en vertering les 7

Vertering bij zoogdieren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vertering bij zoogdieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kunt 3 soorten eters benoemen
2. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen voedselkeuze,
de kenmerken van het gebit en de lengte van het darmkanaal.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten eters
Omnivoren: alleseters

Carnivoren: vleeseters

Herbivoren: planteneters

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carnivoren en omnivoren
Carnivoren eten enkel dierlijk voedsel. 
Omnivoren eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herbivoren
Eten enkel plantaardig voedsel. Planten hebben een celwand, waardoor de cellen moeilijker af zijn te breken.
Herbivoren

Slide 5 - Tekstslide

waarom?
wat heeft plantencel wel wat dierlijke cel niet heeft?
celwand met cellulose: moeilijk te verteren stof, geeft stevigheid aan plant
Kiezen

Slide 6 - Tekstslide

waarom heeft een planteneter plooikiezen?
waarom heeft een vleeseter knipkiezen
voor welk soort vertering wordt het gebit gebruikt?
planteneters: plooikiezen met richels om planten fijn te malen
vleeseters: knipkiezen: scherp, voedsel in stukken knippen om in te slikken
alleseters: knobbelkiezen: voedsel malen
Hoektanden

Slide 7 - Tekstslide

vleeseter heeft hoektanden: groot, spits en scherp, prooi doden en stukken vlees losscheuren
alleseter kan hoektanden hebben, groot en spits om prooi te doden, of even groot als snijtanden
Lengte van het darmkanaal

Slide 8 - Tekstslide

langer darmkanaal nodig om planten te verteren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar? 
Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Alleseter
Planteneter
Vleeseter

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben er knobbelkiezen?
A
koeien
B
paarden
C
schapen
D
varkens

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is het darmkanaal in verhouding tot de lichaamslengte?
Kort
Middellang
Lang
Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft het kortste darmkanaal?
A
koe
B
hond
C
mens
D
varken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is het spijsverteringskanaal van een koe?
A
10 meter
B
20 meter
C
30 meter
D
40 meter

Slide 14 - Quizvraag

nog een leuk weetje: koe heeft 4 magen
Vul het juiste woord in op de juiste plaats.
Een alleseter heeft ____________ kiezen en ___________ hoektanden
Een planteneter heeft ____________ kiezen en meestal ____________ hoektanden
Een vleeseter heeft ___________ kiezen en meestal ____________ hoektanden
Knip
Knobbel
Plooi
Geen
Grote
Grote of kleine

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Leerdoelen:
1. Je kunt 3 soorten eters benoemen
2. Je kunt uitleggen waarom ze
een bepaald soort gebit
en darmkanaal hebben

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van mineralen?
A
Brandstof en beschermende stof
B
Bouwstof en reservestof
C
Beschermende stof en bouwstof
D
Reserverstof en brandstof

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van mechanische vertering?
A
Je neemt een hap van een appel.
B
Je kauwt op een stuk appel
C
Voedingsstoffen worden omgezet in voedingsproducten
D
Je darmen nemen de voedingsproducten op

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste taak van de dikke darm is?
A
Voedsel opslaan
B
Voedingsstoffen uit het voedsel halen
C
Water aan het voedsel toevoegen
D
Water uit het voedsel halen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN taak van de maag
A
Voedingsstoffen opnemen
B
Voedsel opslaan
C
Voedingsstoffen verteren
D
Voedsel kneden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke factor heeft GEEN invloed op je energiebehoefte?
A
Leeftijd
B
Lichaamsgrootte
C
Eetpatroon
D
Geslacht

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies