Je kunt de delen van tanden en kiezen noemen met hun kenmerken.
Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen.
Je kunt omschrijven wat tandplak is en wat tanderosie is.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Leerdoelen 12.6
Je kunt de delen van tanden en kiezen noemen met hun kenmerken.
Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen.
Je kunt omschrijven wat tandplak is en wat tanderosie is.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de volgorde van het verteringsstelsel?
A
mond, maag, 12v- darm, dunne darm
B
mond, 12v- darm, dunne darm
C
mond, dunne darm,
12v- darm, maag
Slide 2 - Quizvraag
Organen die verteringssappen maken
Organen die géén verteringssappen maken
Alvleesklier
Darmsapklieren
Galblaas
Lever
Maagsapklieren
Speekselklieren
Tong
Twaalf
vingeringe darm
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen onbruikbaar maken
Slide 4 - Quizvraag
De functie van het verteringsstelsel is het omzetten van ..................................... in ..........................................
Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van .......................
De enzymen in ........................ zorgen ervoor dat voedingsstoffen ..................... worden afgebroken. Voedingsstoffen die ....................... door de darmwand heen kunnen, worden omgezet in verteringsproducten. Verteringsproducten kunnen ............................. door de darmwand heen.
Voedingsstoffen
Verteringsproducten
sneller
niet
verteringssappen
verteringssappen
wel
langzamer
Slide 5 - Sleepvraag
3 soorten eters
Planteneters - Herbivoren
Vleeseters - Carnivoren
Alleseters - Omnivoren
Slide 6 - Tekstslide
Planteneters - Herbivoren
Een planteneter eet alleen planten.
De cellen van planten hebben celwanden. Deze celwanden zijn moeilijk verteerbaar.
Een planteneter heeft daarom een lang darmkanaal zodat de celwanden verteerd kunnen worden.
Plantencel
Slide 7 - Tekstslide
Vleeseters - Carnivoren
Een vleeseter eet alleen vlees en geen planten. Dus hij hoeft geen celwanden van planten te verteren.
Een vleeseter heeft een kort darmkanaal.
Slide 8 - Tekstslide
Alleseters - Omnivoren
Alleseters eet zowel planten als vlees.
Hij moet dus ook de celwanden van planten verteren.
De alleseter heeft daarom een middellang darmkanaal.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Verhouding darmkanaal - lichaamslengte
Slide 11 - Tekstslide
Kiezen vergelijken
Slide 12 - Tekstslide
Tanden
Slide 13 - Tekstslide
Blauw: snijtanden
Oranje: hoektanden
Geel + bruin: kiezen
Slide 14 - Tekstslide
Het gebit
5
1
2
2
1
5
5
1
2
2
1
5
Slide 15 - Tekstslide
Verzorging gebit
Tandplak: plakkerig laagje, met bacteriën zetten koolhydraten om in zuur tandbederf (gaatjes).
Tandplak kan tandsteen worden.
Tanderosie = aantasting/verandering glazuur.
Slide 16 - Tekstslide
Middellang darmkanaal
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Lang darmkanaal
Kort darmkanaal
Knipkiezen
Knobbelkiezen
Plooikiezen
Geen hoektanden
Grote hoektanden
Grote of kleine hoektanden
Slide 17 - Sleepvraag
Omnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Carnivoor
Slide 18 - Sleepvraag
Je moet in een afbeelding van een tand/kies de juiste namen bij de onderdelen kunnen schrijven.