NL 1C les 2 --> lezen, onderwerp

Startopdracht
Probeer zoveel mogelijk woorden te maken met de volgende letters: 
H A R V I N E R D I N S T 
Bijvoorbeeld: ster ( Je hoeft dus niet elke letter te gebruiken voor een woord.)
Schrijf ze op in je schrift.
Klaar? --> lezen in je leesboek.
timer
12:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Probeer zoveel mogelijk woorden te maken met de volgende letters: 
H A R V I N E R D I N S T 
Bijvoorbeeld: ster ( Je hoeft dus niet elke letter te gebruiken voor een woord.)
Schrijf ze op in je schrift.
Klaar? --> lezen in je leesboek.
timer
12:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • bespreken startopdracht
  • Het onderwerp van een tekst
  • Opdracht samen maken
  • Opdrachten zelfstandig maken
  • afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Probeer zoveel mogelijk woorden te maken met de volgende letters: 
H A R V I N E R D I N S T 

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
H A R V I N E R D I N S T 

        Er kunnen meer dan 50 woorden mee gemaakt worden!              Hard
Hart
Haver
Hand
Handen
Havist
Haven


Is
En
Er
Vis
Had
Vat
Via



Vers
Vest
Vier
Vies
Vind
Visa
Hars
Shirt
Haven
Vers
Vers
Havist
Verhit
Divers

Vriendin
Hartsvriend
Hartsvriendin
Ster
Dienst
De
Vader

Havens
Vries
Vriest
Advies
Haters
Hardste
Vinder

Natheid
Vasten
Triade
Vastheid
Havisten
Verstand
Vriend
Ritsen
Strand
Stad
Stand
Rand
Varen
Staren
Riet

Reis
Haren
Tand
Diner

Anders
Ander
Raden
Ren
Rende
Dans
Daar
Rijd
Sterk
Stier

Slide 4 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Wat is een onderwerp?

Slide 5 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Wat is een onderwerp?
Een onderwerp is waar de tekst over gaat.

In één of een paar woorden.

Slide 6 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

1. Bekijk de tekst:
   • Kijk naar de titel.
   • Kijk naar de foto's en plaatjes bij de tekst (illustraties)
   • Kijk naar de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je        tussenkopjes.
   • Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn (vet, schuin, GROOT of gekleurd).


Slide 7 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

2. Lees het eerste stukje (de eerste alinea) van de tekst. Vaak is dat vetgedrukt.


Stap 1 en stap 2 samen heet ook wel orienterend lezen. 

Slide 8 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Na het orienterend lezen, (stap 1 en 2) komt stap 3:

3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?


Slide 9 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Open je boek op blz. 12

Opdracht 1.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak nu opdracht 2.


Je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk notereren
Schrijf op in je plenda!
Voor maandag 18 september (4e/5e uur)

M: opdracht 4 en 5 op blz 15 en 16.
Lz: theorie op blz. 12
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide