In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Introductie
Doel: ik kan woorden met s- en z- schrijven zoals sok en zoen.
Instructies
De leerlingen hebben inmiddels alle letters geleerd. Ze maken nu kennis met de categorie woorden met s en z. vaak kan je niet goed horen of je een woord met s of z schrijft. Deze woorden behoren tot de weetwoorden en moeten ze uit hun hoofd leren.
Aanbod
De les begint met twee woordkaarten met de categorie van deze les, s en z woorden. Daarna wordt de voorkennis geactiveerd met een mindmap. Na een uitlegfilmpje over s en z woorden volgen uitlegbladen en oefen je samen de klank van de woorden. Er wordt geoefend met meerkeuzevragen en scrabble.
Luister samen naar het lied van de liedjeskast over s en z woorden.
Doel: ik kan woorden met s en z schrijven zoals sok en zoen.
Slide 2 - Tekstslide
Bespreek het doel van deze les met de leerlingen zodat ze weten waar ze mee aan de slag gaan.
Bekijk via het oogje de woordkaarten.
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk samen de woordkaarten. Klik op de oogjes om de woordkaarten te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Welke woorden met s of z ken jij al?
timer
2:00
Slide 4 - Woordweb
Laat de leerlingen de mindmap vullen met woorden die beginnen met s of z.
Gebruik eventueel de timer. De timer is verplaatsbaar op deze slide (zo gaan er geen woorden verloren achter de timer).
Wat zie je op het plaatje ?
zoen
slang
zuur
Slide 5 - Sleepvraag
Dit is een sleepvraag, laat de leerlingen het juiste woord aan het juiste plaatje hangen.
Bekijk samen de uitlegbladen. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Lees de woorden.
Voel je de zzzzzz trillen in je keel?
Slide 9 - Tekstslide
Laat de leerlingen voelen aan hun keel. Voelen ze de trilling?
Zeg maar eens: soep.
Nu voel je niets trillen, he?
De letter s sist alleen maar.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de leerlingen voelen aan hun lippen zodat ze het verschil merken...
Welk woord
hoort bij dit plaatje ?
A
zeep
B
zes
C
som
D
salto
Slide 11 - Quizvraag
Antwoord B: zes.
Welk woord
hoort bij dit plaatje ?
A
zeep
B
zes
C
som
D
ziek
Slide 12 - Quizvraag
Antwoord D: ziek.
Welk woord
hoort bij dit plaatje ?
Ja meneer!
A
soldaat
B
zoldaat
C
zakmes
D
zolder
Slide 13 - Quizvraag
Antwoord A: soldaat.
Waar zijn alle
woorden
goed geschreven ?
A
straat, soep, suiker
B
zuiker, soep, sap
C
zebra, zon, see
D
straat, sak, zaag
Slide 14 - Quizvraag
Antwoord A: straat, soep, suiker.
scrabble dictee
3 woorden
Slide 15 - Tekstslide
Uitleg volgt op de volgende slide (zie post it).
S
P
E
L
E
N
L
1
3
1
2
2
1
1
... met scrabble-letters
Slide 16 - Tekstslide
Hierna volgen verschillende sleepvragen waarbij de leerlingen een woord kunnen vormen. Niet alle letters blijven plakken, alleen de letters die gekoppeld zijn aan het sleepdoel. Veel spelplezier!
Deel nu de werkbladen uit. De leerlingen gaan aan de slag met de werkbladen. Je kan de werkbladen ook als huiswerk meegeven.
Reflecteren
Slide 22 - Tekstslide
Laat de leerlingen antwoord geven op de reflectievragen.
Je kan dit mondeling doen, maar je kan er ook voor kiezen om dit te laten invullen op het reflectieblad dat als bijlage is toegevoegd. Dit blad kan daarna ook opgenomen worden in de portfoliomap.
Heb ik het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃
Slide 23 - Poll
Laat de leerlingen zichzelf inscoren, vinden zij dat ze het lesdoel behaald hebben? Je kan aan de hand van de scores een kort evaluatiegesprek voeren in de klas.
Tot de volgende keer
Deze les is gemaakt door DEF@ctO. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team DEF@ctO.