§47: Louis Couperus

Literatuur rond 1900
laatste les
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Literatuur rond 1900
laatste les

Slide 1 - Tekstslide

Een andere benaming voor het estheticisme, de opvatting dat kunst iets moois dient te zijn en geen andere functie mag hebben dan kunst te zijn, is:

Slide 2 - Open vraag

Een veelgebruikte dichtvorm bij de impressionisme was:
A
Het vrije vers
B
Het sonnet
C
Rondeel
D
Puntdicht

Slide 3 - Quizvraag

Welke term past niet bij de Tachtigers?
A
De Gids
B
De nieuwe Gids
C
Vorm en inhoud dienden een te zijn
D
Kunst is een persoonlijke uiting

Slide 4 - Quizvraag

De mens wordt bepaald door drie factoren: erfelijkheid, milieu en tijd. Deze omschrijving behoort bij de stroming: het ...

Slide 5 - Open vraag

Een naturalistische schrijver poogt zo goed mogelijk de werkelijkheid en psychologische processen te beschrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Het fatalisme uitte zich in het naturalisme door het noodlot. Dit noodlot lag ___ de mens.
A
binnen
B
buiten

Slide 7 - Quizvraag

Het personages Robinetta uit De kleine Johannes staat voor:
A
Kinderlijke nieuwsgierigheid
B
Kinderlijke weetgierigheid
C
Beginnende seksualiteit, puberteit
D
Grotemensenwereld, harde wetenschap

Slide 8 - Quizvraag

Naast schrijver en maatschappijhervormer, was Van Eeden [beroep]:

Slide 9 - Open vraag

Het bekende gedicht van Herman Gorter heet:

Slide 10 - Open vraag

§47: Louis Couperus

Slide 11 - Tekstslide

Couperus
(1863 - 1923)
  • Tachtiger (behoorde niet tot De Nieuwe Gids)
  • Schreef romans, verhalen, reisverslagen en sprookjes
  • Reisde graag: Den Haag, Nederlands-Indië, Frankrijk, Italië
  • Impressionist
  • Terugkerende onderwerpen: het noodlot, in zichzelf gekeerde personages

1
Louis Couperus bij DWDD!
https://www.bnnvara.nl/dewerelddraaitdoor/videos/252760

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Zijn 26 romans kun je in drie groepen indelen

Slide 14 - Tekstslide

Oevre
1) de naturalistisch-realistische romans


Eline Vere (1889), Boeken der kleine zielen (1903), Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan (1906), De stille kracht? (1900)
2

Slide 15 - Tekstslide

Oevre
2) de sprookjesachtige romans
(richting van de neoromantiek)


Psyche (1898), Fidessa (1899), De stille kracht? (1900)
3

Slide 16 - Tekstslide

Oevre
3) Historische romans (klassieke oudheid)

Antiek toerisme (1911),
De komedianten (1918)

4

Slide 17 - Tekstslide

We heben De binocle gelezen (Couperus)
Waarom?
- de noodlotsgedachte zit er herkenbaar in verwerkt ;
- er zit een duidelijk (leid)motief in de tekst verwerkt. 




Slide 18 - Tekstslide