Herhalen zww, kww + hulpwerkwoord

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje en laptop
Laptops blijven nog dicht
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje en laptop
Laptops blijven nog dicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Update interviewproject
Herhalen zww en kww
Hulpwerkwoord
Werken aan interviewproject

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les...
...weet je hoe je een interview uitwerkt;
...kan je hulpwerkwoorden van tijd en modaliteit onderscheiden.

Slide 3 - Tekstslide

Interviewproject
  • Wie heeft het interview nog niet afgenomen of gepland?
  • Interview uitwerken: hoe?
  • Volgende les indeling presentaties

Slide 4 - Tekstslide

Interview uitwerken
  • Uittypen in schrijftaal i.p.v. spreektaal
  • Noteer eerst de vraag dikgedrukt; daaronder het antwoord
  • Vat lange antwoorden samen
  • Maak korte zinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken
  • Gebruik geen 'woordjes die niets' betekenen, zoals uh of zeg maar 

Slide 5 - Tekstslide

Even opfrissen
  • Hoe noemen we het belangrijkste ww in een zin met een werkwoordelijk gezegde?
  • En wat is het belangrijkste ww in een zin met een naamwoordelijk gezegde?
  • Waarom zeggen we dat het zww de baas is in een zin met een werkwoordelijk gezegde? 

Slide 6 - Tekstslide

Zww
Wat is in deze zin het zww? 

'Zullen wij morgen gaan zwemmen?'

Slide 7 - Tekstslide

Kww
Wat is in deze zin het kww? 

'Zij blijkt heel populair te zijn op instagram.'

Slide 8 - Tekstslide

Hww
  • De overige werkwoorden in een zin noemen we hulpwerkwoorden
  • 2 soorten: hulpwerkwoord van tijd en hulpwerkwoord van modaliteit

Slide 9 - Tekstslide

Hww van tijd
'Jan heeft gefietst.' 
  • Wat is het belangrijkste ww? 
  • En wat doet het hulpwerkwoord?
  • 'Heeft' geeft aan wanneer 'fietsen' plaatsvindt: dat is al gebeurd; Jan is klaar met fietsen.
  • Vergelijk: 'Ik zal je bellen.'

Slide 10 - Tekstslide

Hww van modaliteit
  • Zij kan pianospelen. Mogelijke betekenissen:
  1. Het is voor haar mogelijk om piano te spelen (als ze dat zou willen).
  2. Zij weet hoe ze moet pianospelen.

  • Zij moet pianospelen. Mogelijke betekenissen:
  1. Zij is verplicht tot pianospelen.
  2. Zij kan het pianospelen niet laten. (Zij moet pianospelen)


Slide 11 - Tekstslide

Hww van modaliteit
  • Bijv. 'kunnen', 'moeten'
  • Een modaal hulpwerkwoord heeft invloed op de betekenis van het hoofdwerkwoord
  • Nog een voorbeeldzin

Slide 12 - Tekstslide

Hww van modaliteit
  • Zij wil pianospelen. Mogelijke betekenissen:
  1. Zij kan al pianospelen en zou nú graag in de gelegenheid zijn om dat te doen.
  2. Zij wil pianiste worden. (in de toekomst)

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoorden benoemen
  • Eerste stap is altijd: is het een zin met een WG of een NG?
  • WG? Belangrijkste ww = zww
  • NG? Belangrijkste ww = kww 
  • Overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden
  • Hulpwerkwoord van tijd: geeft aan wanneer iets plaatsvindt
  • Modale hulpwerkwoorden: veranderen de betekenis van het hoofdwerkwoord een beetje

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken opdracht 23 t/m 27
  • Bij opdracht 25 kan je het internet gebruiken
  • Klaar? Nakijken met antwoorden in Classroom
  • Ook daarmee klaar? Interviewproject of herhalen grammatica

Slide 15 - Tekstslide

Even checken
'Ik heb mijn verjaardag gevierd.'

  1. Is dit een zin met een WG of een NG?
  2. Wat is het belangrijkste ww?
  3. Is het hulpwerkwoord in deze zin er één van tijd of modaliteit?


Slide 16 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les: herhalen woordsoorten + werken aan interviewproject (interview uitwerken, presentatie voorbereiden)

Indeling voor de presentaties bekend

Slide 17 - Tekstslide