H2 Werknemers en ZZP'ers

Personeelsbeleid
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Personeelsbeleid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
De leerling kan:
- kenmerken van een individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten benoemen
- de verschillen tussen een individuele arbeidsovereenkomst en een ZZP-overeenkomst noemen
- verschillende soorten arbeidsovereenkomsten benoemen
- plichten van een werkgever en werknemer benoemen
- opzegverboden van een arbeidsovereenkomsten benoemen
- manieren noemen waarop een arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd
- bevoegdheden van de ondernemingsraad benoemen en uitleggen welke bevoegdheden wanneer ingezet worden
- bevoegdheden en taken van de vakbond benoemen



Slide 2 - Tekstslide

Opmerkingen vooraf
- De stof die we vandaag gaan behandelen is afkomstig uit domein C2.
- Uit eerdere examens bleek dat de vragen die over dit onderwerp op het eindexamen komen erg theoretisch en gedetailleerd (kunnen) zijn.
- Het is dus vooral 'stampen stampen stampen' wat de klok slaat bij dit examendomein.

Slide 3 - Tekstslide




Heb jij een bijbaan?
Heb jij een bijbaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Een individuele arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgever
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 6 - Quizvraag

Er zijn wettelijk gezien drie voorwaarden opdat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Wat is wettelijk gezien géén voorwaarde?
A
Er is sprake van een gezagsverhouding
B
Er is sprake van loon als betaling
C
Er is sprake van een arbeidsverplichting
D
Er worden afspraken schriftelijk vastgelegd

Slide 7 - Quizvraag

Wat staat er níét in de individuele arbeidsovereenkomst?
A
Salaris
B
Minimumloon
C
Werktijden
D
Wat voor werk je doet

Slide 8 - Quizvraag

Als je voor een bedrijf gaat werken, kun je een individuele arbeidsovereenkomst afsluiten, maar je kunt ook een ZZP-overeenkomst afsluiten. Welke van onderstaande verschillen is/zijn juist?
Juist
Onjuist
Bij een individuele arbeidsovereenkomst heb je geen sociale zekerheid, bij een ZZP-overeenkomst wel.
Bij een individuele arbeidsovereenkomst bouw je verplicht pensioen op, bij een ZZP-overeenkomst niet.
Bij een individuele arbeidsovereenkomst wordt je doorbetaald bij ziekte, bij een ZZP-overeenkomst niet.

Slide 9 - Sleepvraag

Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen een...
A
vakbond / werknemersorganisaties en werkgevers(organisaties)
B
vakbond / werknemersorganisaties en de regering
C
vakbond / werknemersorganisaties en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 10 - Quizvraag

Yasmine heeft een arbeidsovereenkomst getekend bij BV Sneek voor 9 maanden
Dit is een voorbeeld van arbeidsovereenkomst...
A
onbepaalde tijd
B
bepaalde tijd
C
projecttijd
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijven kiezen er vaak voor om een werknemer eerst een contract voor bepaalde tijd aan te bieden en pas daarna voor onbepaalde tijd. Welke redeneringen hierachter kloppen wel en welke niet?
Klopt wel
Klopt niet
De werknemer is dan gemotiveerder omdat hij/zij een verlenging wil.
Het is dan makkelijker om de werknemer tijdens de looptijd te ontslaan.
Het is dan makkelijker om de werknemer na de looptijd te ontslaan.
De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen met ingang van de afloopdatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder vermelding van een goede, gedocumenteerde reden.
De werkgever hoeft de werknemer minder lang door te betalen, mocht hij/zij langdurig ziek worden.

Slide 13 - Sleepvraag

Er zijn twee soorten oproepcontracten: De arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (o.a. nulurencontracten) en de voorovereenkomst.
Stelling: bij een oproep bij voorovereenkomst moet de werknemer altijd komen werken als hij/zij opgeroepen wordt, terwijl dit bij een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht niet het geval is.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Willem is supermarktmanager en werkt met oproepcontracten met voorovereenkomst. Hij belt Yasmine en geeft aan dat hij haar zaterdag van 10 tot 14 uur verwacht in zijn winkel.
A
Yasmine moet komen werken, want ze is opgeroepen
B
Yasmine kan komen werken, maar kan afzeggen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

2.3: arbeidsvoorwaarden
De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet): regels voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen.

Doel: voorkomen van ongevallen en ziekten door het werk. 

Slide 18 - Tekstslide

Bevoegdheden ondernemingsraad

Slide 19 - Tekstslide

Welk recht wanneer?
Adviesrecht: bij belangrijke financiële, economische en organisatorische besluiten, zoals reorganisaties, fusies en grote investeringen.
Instemmingsrecht: bij vaststellen, wijzigen of stopzetten van personele regelingen, bijvoorbeeld over werktijden, arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en scholing.
Initiatiefrecht: mag altijd gebruikt worden. Het bestuur moet in ieder geval één keer over het initiatief overlegd hebben met de OR.
Informatierecht: alle informatie die nodig is voor de OR om haar taken goed uit te kunnen voeren (= opkomen voor het personeel en bijdragen aan het goed functioneren van het bedrijf)


Slide 20 - Tekstslide

Bevoegheden/taken vakbond

Slide 21 - Tekstslide