Paragraaf 1.2

Welkom
- Pak alvast je schrift, pen en rekenmachine
- Laptop (nog) niet nodig 
- Iedereen s.v.p. op eigen plek tenzij ik een plaatswissel van je coach doorgekregen heb (voor mij erg fijn nog steeds om jullie namen juist te hebben)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Pak alvast je schrift, pen en rekenmachine
- Laptop (nog) niet nodig 
- Iedereen s.v.p. op eigen plek tenzij ik een plaatswissel van je coach doorgekregen heb (voor mij erg fijn nog steeds om jullie namen juist te hebben)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Paragraaf 1.2 gezamenlijk doornemen (+/- 25 tot 30 minuten van de les): iedereen doet actief mee met de les en dus niet met elkaar praten en door mij heen praten s.v.p.

- Daarna zelfstandig (zachtjes, over het vak economie, alleen met je directe buurman of buurvrouw) sommen maken en ruimte om vragen te stellen

- Optioneel: herhalen stukje paragraaf 
1.1 ( ook klassikaal): sommen en 
begrippen, na het klassikale gedeelte over 1.2 
meteen (+/- 10 minuten)


Slide 2 - Tekstslide

Belangrijk
- Schrijf mee tijdens de les als dit voor jou fijn is.

- We gaan sowieso sommen doornemen van het huiswerk (heb je deze al gedaan of vind je deze makkelijk: er zijn herhalingsopdrachten achterin het boek, plusopdrachten voor meer uitdaging en ook meer rekenen met procenten)

- Ik zet de resultaten van de S.O. snel online (waarschijnlijk vandaag). Er zijn best wat onvoldoendes gehaald helaas (maar ook positieve uitschieters!)



Slide 3 - Tekstslide

Belangrijk (2)
- Ik heb in overleg met mijn collega van economie besloten iedereen die lager dan een 4,0 behaald heeft toch een 4,0 te geven omdat je anders al op erg grote achterstand staat direct. 

- Zie je in Magister een 4,0, dan was dit dus een 4,0 of lager.

- Toets bespreken komt pas nadat iedereen de toets gemaakt heeft !! (waarschijnlijk volgende week) en dan weet je ook hoeveel punten je werkelijk gescoord hebt en waar je je nog zult moeten verbeteren.

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijk (3)
- Degenen die de toets gemist hebben: wanneer halen jullie die in?

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 1.2

Slide 6 - Tekstslide

Soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
  • vaste lasten
  • incidentele uitgaven

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Incidentele uitgaven
Vaste lasten
Huishoudelijke uitgaven

Slide 9 - Sleepvraag

Som 15

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Som 17

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Som 19

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Foutje in boek
Blz. 15 voorbeeld: 

Een broodje kost €5 in plaats van €15 en een t-shirt kost €15 in plaats van €5 !!


Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
Afmaken sommen paragraaf 1.2: sommen 20 t/m 23

- Werken jullie nu liever zelfstandig verder of nemen we paragraaf 1.1 nog samen door?

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 1.2 sommen afmaken t/m opgave 23

Paragraaf 1.3 zelf lezen en maken t/m opgave 31

Slide 19 - Tekstslide

Deel herhaling 1.1

Slide 20 - Tekstslide

Er zijn primaire en secundaire behoeften. Geef een voorbeeld van een secundaire behoefte.

Slide 21 - Woordweb

Met welke twee belangrijke middelen kun je je behoeften vervullen?

Slide 22 - Open vraag

Als je veel behoeften hebt, maar beperkte middelen om in die behoeften te voorzien, dan noemen we dat:
A
Prioriteit
B
Schaarste
C
Consumeren

Slide 23 - Quizvraag

Het verschil tussen goederen en diensten is dat diensten tastbaar zijn en goederen niet.
Deze stelling is:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Is onderstaande voor gebruik of verbruik?
Gebruik
Verbruik
Benzine in een auto
Computer
Vrachtwagen
Sla voor in een salade
Mobiele telefoon

Slide 25 - Sleepvraag

Wat betekent alternatief aanwendbaar?
A
dat het op kan gaan
B
dat je er niets voor hoeft te doen
C
dat je het op verschillende manieren kunt gebruiken
D
dat je ervoor moet werken om het te krijgen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven.
B
laten maken door de overheid.
C
die je voor je zelf maakt.
D
laten maken door iemand anders.

Slide 27 - Quizvraag