1. Je krijg een kaartje met 1, 2, 3, 4 en 5. --> 1 betekent helemaal oneens, 5 helemaal mee eens.
2. De docent leest een stukje achtergrond informatie voor daarna is de stelling op het bord te zien. Zodra je de stelling op het bord ziet staan reageer je meteen met een cijfer.
3. Daarna volgt er een discussie.
4. Na de discussie geef je nog een keer een cijfer.