Je leert hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Hoofdletters
Aan het begin van de zin Deze herfst staat het bos weer vol met paddenstoelen.
Bij namen Bjorn, Hoofdstraat, Tilburg, Lowlands, Netflix
Bij woorden die van namen afgeleid zijn Haarlemse boekhandel, Wilhelminastichting, Zuid-Hollandse
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdletters
Sommige namen hebben tussenvoegsels (zoals van der of ten). Het eerste tussenvoegsel krijgt een hoofdletter als je geen voornaam of voorletter gebruikt.
Martine van der Zanden, M. van der Zanden, mevrouw M. van der Zanden, mevrouw Van der Zanden
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdletters
dagen (vrijdag), maanden (juli), seizoenen (herfst) en windstreken (zuidwest) schrijf je met een kleine letter.
Slide 7 - Tekstslide
Leestekens
Eindig een gewone zin met een punt
Eindig een vraagzin met een vraagteken
Eindig een uitroep met een uitroepteken
Let op: gebruik nooit twee leestekens na elkaar!
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag
Maken opdracht 1 t/m 5 blz. 228 + 229
Klaar? Werkstuk of ander vak!
Slide 9 - Tekstslide
Afsluiting
Ik kan hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.