De eerste vijf minuten van de les zal een van jullie aan het woord zijn. Elke les is dat weer iemand anders.
De verteller: in twee of drie minuten vertel je over een onderwerp dat met jouw leven te maken heeft. Dat kan iets zijn wat je belangrijk vindt in je leven, iets wat je heeft aangesproken of geraakt heeft in de afgelopen week, iets wat je mooi vond, of juist niet… het kan van alles zijn. Je legt in die korte tijd goed uit waarom dat wat je vertelt met jou en jouw leven te maken heeft, je maakt het dus persoonlijk. Na jouw inbreng beantwoord je een aantal vragen van je klasgenoten.
De rest van de klas: je luistert goed naar wat je klasgenoot vertelt en bedenkt ten minste een vraag die je zou willen stellen aan de leerling. Een aantal van jullie krijgt de gelegenheid om een vraag te stellen.