E&O Administratie herhaling H1 en H2

E&O Administratie H1
Welkom bij herhaling E&O Administratie
Telefoon in je kluis

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

E&O Administratie H1
Welkom bij herhaling E&O Administratie
Telefoon in je kluis

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Eerst aanmelden
klas:  4EO1    klascode:  anjfc

  klas: 4EO2    klascode:  ubynz

klas: 4EO3   klascode:  hmxnl


Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?

We herhalen Hfst 1 en evt Hfst 2

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf in het kort op wat jij denkt wat een bedrijf is?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor soort bedrijf is de Jumbo?
A
Productiebedrijf
B
Handelsbedrijf
C
Dienstverlenend bedrijf

Slide 12 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een productiebedrijf en van een dienstverlenend bedrijf

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Een kapper
A
Verleend een dienst
B
Verkoopt een product
C
Kan allebei

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een maatschappelijk doel

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

E&O Administratie H2
Welkom bij de les   "Een bedrijf starten of overnemen" 

Slide 19 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?

Herhalen h2: starten van een bedrijf

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf in het kort op wat je al weet van hoofdstuk 2.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Noem 3 dingen waar je over na moet denken als je een eigen bedrijf begint?
• Wat ga ik maken
• Waar haal ik het geld vandaan
• Hoe ga ik mijn product verkopen
• Naam van het bedrijf
• Inkoop van producten
• De prijzen van producten

Slide 24 - Open vraag

LEG UIT WAT RECHTSVORMEN ZIJN EN GEEF TWEE VOORBEELDEN
a. Het juridische jasje van de onderneming.
b. Bijvoorbeeld: eenmanszaak, VOF, BV, NV.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn de 6 belangrijkste woorden (begrippen) bij het schrijven van een marketingplan?
Prijs, product, plaats, personeel, promotie en presentatie

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide


A
Hanneke maakt het komend jaar € 8.000 - € 2.800 - € 2.000 = € 3.200 nettowinst
B
Hanneke maakt het komend jaar € 5.500 - € 4.000 = € 1.500nettowinst
C
Haar tante moet nog € 8.000 - € 2.800 - € 2.000 = € 3.200 geven
D
Haar tante moet nog € 5.500 - € 4.000 = € 1.500 geven

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het voordeel en wat is het nadeel van het starten met een eenmanszaak of een VOF?
Voordeel: Makkelijk, alleen inschrijven bij de KvK
Nadeel: Persoonlijk met gehele prive vermogen aansprakelijk als het mis gaat

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Kan je als ZZP'er met een eenmanszaak beginnen? En met een BV?
A
Wel met een eenmanszaak, niet met een BV
B
Kan allebei
C
Wel met een BV maar niet met een eenmanszaak
D
Kan allebei niet

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Is het verplicht om je in te schrijven bij de KvK als je een bedrijf begint?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Welk risico loopt een eigenaar van een eenmanszaak?
A
Dat alle schulden door de eigenaar terug moeten worden betaald. Als het niet met het zakelijk vermogen gaat dan privé.
B
Deze stelling klopt niet, een eenmanszaak zegt iets over het aantal eigenaren (1) en niet over het aantal mensen dat in dienst is.

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Wat is het voordeel van een BV ten opzichte van een VOF?

Slide 43 - Open vraag

maak nu de oefenopgaven 

Slide 44 - Tekstslide