Toetsbespreking V4 T3 2024-2025

Toetsbespreking T3
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toetsbespreking T3
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.

Slide 1 - Tekstslide

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven (zie soms commentaar docent)

een punt met een golfje ervoor wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Tekstslide

vraag 1          max. 2p
1. Luther TV 5
2. Atheense volksvergadering TV 2-I
3. stadsrechten TV 4
4. Romeinse keizer TV 2-II
5. Frankische koning TV 3
6. trechterbekervolk voorwerpen TV 1
6-2-4-5-3-1

Slide 3 - Tekstslide

VRAAG 2        max. 2p
- De Indusbeschaving beschikte over een landbouwoverschot, omdat in het gegeven staat dat de stad een paleis, badhuis en een tempel had. Ze hadden dus een voedseloverschot wat ze konden verhandelen en bijvoorbeeld konden ruilen voor bouwmaterialen voor deze gebouwen. Ook hoefde niet iedereen van de Indusbeschaving zich bezig houden met het verbouwen van voedsel en konden ze zich focussen op bijvoorbeeld dus het bouwen van een paleis of badhuis.
- Dit landbouwoverschot is ontstaan doordat de eeuwenoude stad lag aan de vruchtbare oevers van de rivier de Indus volgens het gegeven. Doordat de oevers zo vruchtbaar waren ging het verbouwen makkelijker en sneller.

Slide 4 - Tekstslide

vraag 3                    max 2p
1 Kenmerkend aspect: De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten, aangezien de Olympische spelen ten ere van polytheïstische Griekse goden werden gehouden en dat niet paste bij de waarden van de Christelijke Theodosius, die het dus afschafte.

2 Kenmerkend aspect: De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde, aangezien die groei ervoor zorgde dat de keizer genoeg macht had om de spelen af te schaffen.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 4             max 2p
- Deze bron past goed bij de infrastructuur van het Romeinse Imperium, omdat het laat zien dat er daar mijlpalen waren wat betekent dat er een weg is en dat er dus een goede infrastructuur was in het Romeinse Imperium in Nederland want er is een weg.
- Deze bron past goed bij de romanisereing van Germaanse stammen, omdat de cananefaten de lokale stam daar deze paal heeft opgericht. Eerst was dat stuk nog Germaans en germaanse stammen leefden daar, maar nu is er dus door die lokale stam een mijlpaal geplaatst voor de opperbevelhebber en keizer, ze zeggen hele goede dingen over hem zoals ''de vrome'' en ''onoverwinnelijke''. Dit laat zien dat ze hem hoog hebben zitten en dat duidt op de romanisering van germaanse stammen omdat ze nu steeds meer zich daarbij voelen want ze hebben zelfs zo'n mijlpaal geplaatst.

Slide 6 - Tekstslide

vraag 5 (deel 1)         max 3p
De vroege middeleeuwen wordt de tijd van de monniken en ridders genoemd.
- de verspreiding van het christendom in geheel europa.
In de vroege middeleeuwen bleef de christelijke kerk stand te houden na de val van het Romeinse Rijk. De kerk probeerde zijn macht te vergroten door noord europa verder te kersrenen (tot het kristelijke geloof te bekeren). Deze taken werden gedaan door monikken, dit zijn mensen die hun hele leven weidden aan god.

-Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
In de vroege middeleeuwen was de veiligheid en infrastructur weggevallen met het Romeinse rijk. Hierdoor moest er een nieuwe vorm van bestuur komen. Dit werd gedaan via het feodale stelsel, waar de leenman zijn land uitleent aan de leenheer. Wie een stuk weer uitleent aan de achterleenman. Dit waren mensen van adel en ridders. Ridders waren de mensen genoemd die vochten voor de leenheer/leenman en eigen hof hadden.



Slide 7 - Tekstslide

vraag 5 (deel 2)         max 3p
- De tijd van de moslims en hofstelsels.
In de vroege middeleeuwen ontstond een nieuw geloof: het Islam. Een mengvorm van christendom en het jodendom. Ook ontstonden er door de val van het Romeinse-Rijk autarkische samenlevingen doordat handel niet mogelijk was. Dit waren hoffen genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6              max 2p
- Een voorbeeld van continuïteit dat ik in de bron lees is dat als ze nog steeds christelijk kunnen zijn en niet gedwongen worden om tot de islam te bekeren. Een voorbeeld is: "Zij zullen hun religie niet af hoeven te zweren, hun kerken worden niet in brand gestoken, noch zullen heilige voorwerpen weggenomen worden [...], zolang hij oprecht blijft en voldoet aan de voorwaarden die wij hebben ingesteld voor hem."

- Het doel van Abd al-Aziz was om het volk tevreden te houden, hierdoor zouden ze minder weerstand geven waardoor het makkelijker was om andere gebieden te veroveren.

Slide 9 - Tekstslide

vraag 7       max 2p
De leenheren konden minder afhankelijk worden van hun leenmannen door belasting te heffen, aangezien ze dan van die belasting een huurleger konden huren, en dus niet meer hoefden te rekenen op de gezworen trouw van de leenmannen. 

Slide 10 - Tekstslide

vraag 8 Max 2p
Door de kruistochten werden meer mensen christelijk en kreeg de paus dus meer aanhangers hierdoor werd zijn aanzien vergroot. Dit heeft bijgedragen aan het feller worden van de investituurstrijd, omdat de Duistse keizer juist vond dat de wereldelijke macht boven de geestelijke macht hoorden te staan. Als de paus meer aanzien kreeg en dus meer macht, dan betekende dat dat de geestelijke macht boven de wereldelijke zou staan. Dit maakte de Duitse keizer natuurlijke bozer en daarom werd de investituurstrijd feller.

Slide 11 - Tekstslide

vraag 9 Max 2p
In de bron zie je twee goden uit de Griekse en Romeinse mythologie. Dit houdt in dat deze kunstenaar een kunstwerk heeft gemaakt dat niet over christelijke figuren gaat. Voor de Renaissance moesten een kunstenaar een kunstwerk maken over het christelijk geloof of de figuren. Daarna begonnen steeds meer Kunstenaars kunstwerken over andere dingen te maken. Dat toont aan dat deze bron bij de Renaissance past.
Ka: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 10 Max 3p
- De oorzaak voor de ontdekkingsreizen die is te herkennen in de bron is het verspreiden van het Christendom. Dit is te zien aan: 'een ontwetend volk' dat ze 'snel moeten kerstenen omdat het lijkt alsof ze geen enkel geloof hebben'. Kerstenen betekent dus gewoon mensen zonder geloof/ met een ander geloof dan het christendom te laten bekeren tot christen. Dat is precies wat ze willen in de bron.
- De handel van specerijen met de Arabieren stopte. Europeanen moetsen hier zelf naar opzoek. Omdat ze plekken niet konden bereiken via Azië (omdat daar een pestepidemie was) moesten ze maar via zee. Het had nog meer economische oorzaken die te maken hebben met handel(sroutes)

Slide 13 - Tekstslide

vraag 11 Max 4p
. - Erasmus zijn denkwijze past bij de Middeleeuwen, omdat hij zegt dat het aardse leven belangrijk is om naar de hemel te gaan. 'Wie op aarde geod en christelijk leeft, heeft van de dood niets te vrezen.'
- Het past bij de Renaissance, omdat hij tegelijkertijd het aardse leven centraal zet. 'Niet de aard van de dood bepaalt iemands leven in het hiernamaals, maar het leven dat hij heeft geleid.'

Slide 14 - Tekstslide

vraag 12 Max 2p
De reformatie is de splitsing van de kerk. In de bron lees je dat; Veel mensen zijn zonder de sacramentenbehouden. Dus dat er een soort van negatief is op de sacramenten en dat je niet persee een sacrement hoeft te kopen als je ietsfout hebt gedaan. Door die aanleiding kwam er meer negativiteit op de kerk waardoor het uiteindelijk is gesplitst in 2. 

Slide 15 - Tekstslide

vraag 13 Max 2p
de reformanie heeft de katolieke kerk zeker wel veranderd. doordat de protestante stromingen een gevaar waren voor de katholieke kerk hebben ze de contra refomatie ingevoerd waarin er zeker ook dingen zijn veranderd in het christelijke geloof / kerk zoals het vereeren van heiligen.

Slide 16 - Tekstslide