Toets Uitleg

Toets Uitleg
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets Uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Waar bestaat de toets uit?
Vocabulary (3 opdrachten)
Grammar (2 opdrachten)
Stones (1 opdracht)
Lezen (2 opdrachten)

Slide 2 - Tekstslide

Vocab 1 (10)
Tien engelse woorden gegeven. Bij de goede zin plaatsen
Influence harsh outcast

Misreading someone’s face will (5) ____________ your understanding of someone’s behaviour.

Influence

Slide 3 - Tekstslide

Vocab 2 
Match woord met betekenis (A3) (8)
en
10 engelse woorden, match bij de goede zin (H3) (6)

Slide 4 - Tekstslide

Vocab 3
Match woorden met betekenis (H3) (8)
en 
Beschrijf woorden in het engels (A3) (8)

Slide 5 - Tekstslide

Grammar 
Invullen compounds met Every, no, any of some (5)
en 
Invullen negations and questions (5)

Hoe te herkennen welk van de twee je moet gebruiken?
Bij questions and negations staat er een (werkwoord) tussen haakjes

Slide 6 - Tekstslide

Grammar 2 (10)
Invullen Gerund and to + infinitive 

Let op! gerund ziet eruit als een werkwoord maar is in dit geval zelfstandig naamwoord.
To- infinitive soms achter bepaalde werkwoorden (refuse, like, expect, ask, advise, warn, love) en achter bijvoeglijke naamwoorden (hard, easy, difficult)
Let op! not betekent To-infinitive

Slide 7 - Tekstslide

Stones (10)
Leer de zinnen en schrijf de juiste vertaling bij de gevraagde zin. 
 
Probeer altijd iets op te schrijven, wellicht kan ik je een halve punt geven. 

Slide 8 - Tekstslide

Reading 1
Kies uit vier opties het woord wat het beste in de zin past (7) (A3)
En
Kies true of false bij vragen over de tekst (9) (H3)

Slide 9 - Tekstslide

Reading 2
Reactie geven op blog en 3 redenen geven wat je ervan hebt geleerd. 50-100 woorden! (10) (A3)
en
Kies de juiste subheading bij de 8 alinea's (8) (H3)

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met Gerund and to-infinitive

Slide 11 - Tekstslide

I don't fancy _____ (go) out tonight
A
go
B
to go
C
going

Slide 12 - Quizvraag

She avoided ___ (tell) him about her plans
A
telling
B
to tell
C
tell

Slide 13 - Quizvraag

I would like ____ (come) to the party with you
A
come
B
coming
C
to come

Slide 14 - Quizvraag

He enjoys _____ (have) a bath in the evening
A
to have
B
have
C
having

Slide 15 - Quizvraag

She kept ____ (talk) during the film
A
talk
B
to talk
C
talking

Slide 16 - Quizvraag

I am learning _____ (speak) English
A
speak
B
to speak
C
speaking

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen met Negations and question

Er word altijd aangegeven of je een negation (not) of question (?) moet gebruiken 

Slide 18 - Tekstslide

(might – he – not) come to the party tonight.

Slide 19 - Open vraag

(to join – you) the next project as a volunteer?

Slide 20 - Open vraag

He (to be – not) at home. He went to the library.

Slide 21 - Open vraag

The company will build a new shelter in the downtown area. (not)

Slide 22 - Open vraag

Wat kun je nu doen?
Leren voor de toets -> wat moet jij nog doen om volgende week woensdag een voldoende te halen op de toets

Slide 23 - Tekstslide