Hst 33 Hoofd- en bijzaken

Op tafel: kern-boek, map, pen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Op tafel: kern-boek, map, pen 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Verder met onderwerp en hoofdgedachte
 
Je oefent het verschil tussen een onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag 
Hst 33 Leesvaardigheid
'Hoofd- en bijzaken'

Wat zijn hoofd- en bijzaken en waar  kun je die aan herkennen. Hoe kun je  je ze onderscheiden in zinnen of  klein stukje tekst 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen Hst 33
R: ik weet wat een hoofdzaak en wat een bijzaak is 
T1: Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden
T2: Ik kan uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn
I: Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

KERNZINNEN
Hierin staat vaak de belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin vaak? In:
  • De 1e zin van een aline.
  • Of de 2e zin van een alinea.
  • Of de laatste zin van de alinea is de kernzin.

De rest van de alinea zijn bijzaken, dit zijn vaak beschrijvingen zoals een toelichting, uitleg en/of voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

dus....
De Hoofdzaak wordt aangegeven door de kernzin: waar gaat die alinea over? Welk deelonderwerp wordt hier behandeld?

Als er verder wordt uitgelegd wat er bedoeld wordt, voorbeelden worden gegeven (denk aan de signaalwoorden hiervoor zie hst 17/18) of andere toelichting wordt gegeven => dan is het  een bijzaak


Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld, toelichting







signaalwoord = Bij signaalwoorden van een toelichting of voorbeeld wordt er een toelichting of voorbeeld van een uitspraak gegeven om deze uitspraak duidelijker te maken. 
zo
bijvoorbeeld
onder andere
zoals
dat wil zeggen
je moet daarbij denken aan
met andere woorden
neem nou...



Slide 11 - Tekstslide

Samen 
Vraag 2 

blz. 134 

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 2 blz. 134 
a. Bijzaak (voorbeelden van soorten chocola)
b. Hoofdzaak
c. Hoofdzaak
d. Bijzaak (uitleg van een situatie waarin brandweer vreesde voor leven)
e. Hoofdzaak 
f. Bijzaak (voorbeelden van soorten strips) 
g. Hoofdzaak
h. Bijzaak (uitleg, en voorbeeld waarom het dus moeilijk is) 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 4 

'Gregory Porter warm en persoonlijk in Carré'
Blz. 135 

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag 
Blz. 7 & 8 (blz. 137) 

Dit wordt huiswerk 

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag 
Als het goed is, begrijp je nu een klein beetje wat het verschil is tussen een hoofdzaak en een bijzaak en waar je die kunt vinden in een stuk(je) tekst 

Slide 16 - Tekstslide