Voorbereiding Eind PW - Theme 3 + intensifiers

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Good morning

Go to LessonUp.app

Today:

- Intensifiers

- Can and be able to

- Past Continuous

- Tag questions 

Which Dutch word do you use to translate can & be able to?

1. kunnen
2. mogen
3. kennen
4. doen

Choose between can & be able to.
___________ Sue really swim? She's only four years old!

1. can
2. am able to

Choose between can & be able to.
I'm sorry. I _____________ (not) do my homework yesterday.

1. couldn't
2. wasn't able to

I can / am able to translate this text.

1. can
2. am able to

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?

1. hele ww+ - ed of irregular verb
2. was/were hele ww+ -ing
3. vorm van to be + hele ww+ -ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets een tijdje bezig of aan de gang was in het verleden.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Past Simple

Past continuous

was cycling

were doing

cried

slept

was studying

watched

was reading

became

were choosing

chose

Vul de tag question in:
It isn't difficult, ....?

TAG QUESTIONS:
Als de zin bevestigend (+) is, dan is de tag question....

1. ook bevestigend (+)
2. ontkennend (-)

Fill in the tag question:
Mary plays football, __________?

Groups

Can and be able to	Xander	Selina	Rianne	Shabnam	Suse	Sofie
Past continuous	Shabnam	Xander	Suse	Sofie	Sien
Tag questions	Xander	Suse
Niet gemaakt	Raïza			Jesse
	Marieke		Jim		Eline	Merijn
			Sem	Sien	Maud	Tess
	Thiemo	Bloem	Sofia	Rianne

Task

Where? Stepping Stones online

What? Do 'oefentoets' 4 Grammar only (there is a second version)
How? Individually
Help? You cannot ask for help. 

Time? 20 minutes

Finished? 

Grammar 0-6ft? OK! Meer dan 6ft -> HV4 herhaling opdr. 3, 4 & 5

Study Theme 1 & 2 vocabulary (NE-EN/EN-NE), Stones (NE-En) & grammar 

Study theme 3 & 4 Grammar only

Study the 'tijdenschema' + irregular verbs

Intensifiers (versterkende bijwoorden)

We gebruiken intensifiers om extra nadruk te geven aan een bijvoeglijk naamwoord, bijwoord of werkwoord.

Ze staan voor het woord waar ze iets over zeggen

Bijv.  This game is so incredibly difficult.

Jenna is such a funny girl.

Jacob is really tired.

Where do intensifiers (bijwoorden) go.....?

Can & be able to 

Be able to                  --> Zeggen als iemand in staat is om iets te doen (naar school gaan, een voetbalwedstrijd spelen) .

Voorbeeldzin          --> The boys are able to play a football match tonight 

                                      --> They are unable to come over tonight 

Can                              --> Als je het over vaardigheden hebt.

Voorbeeld zin         --> She can count to 100 in Spanish.

 

In staat zijn:  be able to + hele ww

to be  able to + hele werkwoord

                            

+ I am able to run.

- I am not able to run.

? Are you able to run?

+ He is able to swim.

- He is not able to swim.

? Is he able to swim?

To be able to ontkennend

Je kan to be able to op twee manieren ontkennend maken:

1. I am not able to come to the party. 

2. I am unable to come to the party.

Can + hele werkwoord

Als je het hebt over vaardigheden. 

Bv:

I can speak French.

You can hold your breath for 5 minutes.

He/she/it can play the guitar.

They can draw realistic portraits. 

We can write with a pen. 

Fill the gap:
My brother ...... cook very well. He is a chef in a French restaurant.

Fill the gap:
This telephone is terrible. I .... (not) hear you at all.

Past continuous 

Iets was in het verleden een tijdje aan de gang.

Past Continuous

PAST CONTINUOUS

Onderbrekingen

1e actie = past continuous

Onderbreking = past simple

VB.

I was having a beautiful dream when the alarm clock rang.

2 dingen tegelijkertijd? = 2x past continuous

VB. 

The sun was shining and the birds were singing.

www.perfect-english-grammar.com

Tag questions

Als de hoofdzin een hulpwerkwoord heeft, herhaal het dan in de tag question:

-                                                 +

You don't want to play,    do you?

Hulpwerkwoorden: vormen van to be, vormen van do, have (got)*, can/could, will, shall/should, may/might & must

*Bij have got wordt 'got' weggelaten in de tag questions

Tag Questions 

www.engelsgemist.nl

Escape room

Room 1 = US = Raïza, Sem, Suse, Eline & Esmee

Room 2 =  UK = Tess, Sofia, Merijn, Maud & Jesse

Room 3 = Canada = Jim, Renske, Shabnam, Xander & Marieke

Room 4 =  Australia = Kane, Bloem, Finn, Thiemo, Sien & Eva

Room 5 = Ireland = Ilse, Selina, B'elanna, Tamara & Sofie

sites.google.com

End of the lesson

Any questions?

HW: Wednesday: Finish self-test theme 4 grammar only

Remember!

Study Theme 1 & 2 vocab (NE-EN/EN-NE), Stones (NE-EN) & grammar

Study theme 3 & 4 grammar

Tijdenschema + irregular verbs