Waarom adem je? + Ademhalen

Waarom adem je?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Waarom adem je?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES
Weet je nog...
- wat de grote bloedsomloop is?
           - welke kamers en 
               boezems waar zitten in 
                     het hart?
JE GAAT LEREN OVER
  • de onderdelen en functies van het ademhalingsstelsel.
  • de samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het hart- en vaatstelsel.
  • waar het ademcentrum zit en hoe dit werkt.
  • neus- en mond ademhaling.
  • het verschil tussen borst- en buikademhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe loopt de grote bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Hart - organen - hart
C
Lichaam - hart
D
Longen - hart

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Linker kamer
Linker boezem
rechter boezem
rechter kamer

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
I-pads dicht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalingsstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalings-stelsel


Wat is de functie?
Welke organen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies ademhalingsstelsel


  • zuurstof inademen

  • koolstofdioxide uitademen
  • water uitademen


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De drang om te ademen

Wat is het doel van je lichaam met ademhalen?

Koolstofdioxide in het bloed constant te houden.
ademcentrum

Slide 9 - Tekstslide

Afbeelding: Learnbeat, Vivo

In de halsslagaders zitten zintuigen die de hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed meten. Deze zintuigen geven impulsen af die via gevoelszenuwcellen naar het ademcentrum in de hersenstam gaan. Hoe meer koolstofdioxide in het bloed zit, hoe meer impulsen naar het ademcentrum gaan. Als reactie hierop geeft het ademcentrum meer impulsen af die via bewegingszenuwcellen naar de ademhalingsspieren gaan. Je gaat dan sneller ademhalen waardoor de hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed weer afneemt.
Neusholte en mondholte

Slide 10 - Tekstslide

De functie van het slijmvlies: verwarmen en bevochtigen van ingeademde lucht. 
Functie neusharen: grote stofdeeltjes kunnen hierin blijven hangen.
Luchtpijp en bronchiën
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt in de afbeelding de delen van het ademhalingsstelsel noemen. (neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, middenrif) 
Longen en longblaasjes

Zuurstof naar het bloed
Koolstofdioxide uit het bloed
Middenrif

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borstademhaling: middenrif en tussenribspieren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

buikademhaling

Slide 14 - Tekstslide

Middenrif ademhaling
Buikademhaling

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 16 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?