B&F, taal, Dierentuin taal verkennen
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welk weetje hoort bij welk dier?
Het nijlpaard
De chimpansee
De gorilla
Lacht als hij bang is.
Slaat op zijn borst om te laten zien hoe sterk hij is.
Gaapt om zijn tanden te laten zien en te waarschuwen.
Slide 5 - Sleepvraag
Heeft de jongen gelijk?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Wat wil de aap wel zeggen?
A
Wat zien jullie er gek uit
B
Ik vind jullie lief
C
Houd alsjeblieft op met ruziemaken
D
Ik wil uit de kooi
Slide 7 - Quizvraag
Honden plassen tegen bomen.
Wat betekent dit in mensentaal?
Wat betekent dit in mensentaal?
A
Op deze plek zijn mijn jongen geboren
B
Hier is genoeg eten te vinden
C
Ik ben op zoek naar een vrouwtje
D
Dit is mijn terrein, mijn territorium
Slide 8 - Quizvraag
Wat staat er op een goed informatiebord over dieren?
A
plaatjes, interessante weetjes en precies genoeg informatie
B
de naam van het dier en een plaatje
C
plaatjes en veel informatie
D
wat het dier eet en waar het dier in het wild leeft
Slide 9 - Quizvraag
Welke zin is waar?
A
Dieren praten op precies dezelfde manier als mensen
B
Dieren communiceren op verschillende manieren
C
Dieren communiceren niet
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is waar?
A
Dieren communiceren met woorden, lichaamstaal en kleuren
B
Dieren communiceren met woorden, lichaamstaal en geuren
C
Dieren communiceren met woorden, geluiden en geuren
D
Dieren communiceren met lichaamstaal, geuren en geluiden
Slide 11 - Quizvraag
Dit was het einde van de les.
Hoe vond je de les?
Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃
